“Betrokkene is een thans 34-jarige man die in het kader van dwangverpleging sinds 8 juni 2009 in [kliniek 2] verbleef. De gehele behandeling aldaar heeft in het teken gestaan van stabilisatie van betrokkene. Vanwege onvoldoende inzicht in zijn psychopathologie weigerde betrokkene stelselmatig iedere vorm van therapie en er is sprake geweest van een veelvuldig aantal incidenten. Daar het recidiverisico nog als hoog wordt ingeschat, is het kader van dwangverpleging steeds verlengd. Vanwege deze behandelimpasse is betrokkene op 24 april 2013 in [kliniek 3] opgenomen. Echter wegens een ernstig incident op 14 juli 2013, (…), is betrokkene op 19 september 2013 vanuit [kliniek 3] overgeplaatst naar [kliniek 1].
(…) Gezien het problematische behandelverloop in de vorige klinieken hechten wij belang aan een zorgvuldig assessment om incidenten of een behandelimpasse verder te voorkomen. Er is vooralsnog onvoldoende zicht op de psychodiagnostiek en de kernproblematiek.
Dit heeft deels te maken met de beperkte belastbaarheid, de teruggetrokkenheid en veranderingen in het toestandsbeeld dat betrokkene laat zien. Betrokkene is tot op heden niet in staat gebleken een volledig dagprogramma te volgen. Na een aanvankelijk positieve start in de kliniek, is hetzelfde patroon als in de vorige kliniek zichtbaar geworden, in de vorm van een hoge mate van kwetsbaarheid, terugval in softdruggebruik, psychotische decompensatie, fors (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, afzondering en weigering van medicamenteuze ondersteuning. (…)
Concluderend functioneert betrokkene alleen stabiel binnen een zeer gestructureerd kader, zonder middelengebruik en met een minimaal programma. Bij beëindiging van de TBS met dwangverpleging wordt het risico op toekomstig gewelddadig gedrag nog als hoog ingeschat.
(…)
De behandeling in [kliniek 1] zal de komende periode in het
teken staan van stabilisatie. Betrokkene heeft veel ondersteuning en tijd nodig om aan behandelonderdelen te kunnen beginnen. Er zal in ieder geval nog geruime tijd controle, toezicht en ondersteuning nodig zijn binnen een gedwongen kader.
De inschatting is dat betrokkene middels het consequent aanbieden van een duidelijke structuur, in combinatie met abstinentie van middelengebruik en (dwang)medicatie redelijk
stabiel zou kunnen functioneren. Met het oog op stabilisatie en recidivepreventie blijft het gebruik van antipsychotica geïndiceerd.
Gezien bovenstaande adviseren wij u de maatregel van de terbeschikkingstelling voor betrokkene te verlengen met de duur van twee jaar.”