ECLI:NL:RBOBR:2014:6089

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 oktober 2014
Publicatiedatum
17 oktober 2014
Zaaknummer
01/825187-12
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. M. Senden
  • mr. P.J.H. van Dellen
  • mr. C.J. Sangers-de Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verpleging van overheidswege en wijziging van voorwaarden terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 oktober 2014 uitspraak gedaan in een vordering tot verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld met voorwaarden. De rechtbank heeft de primaire vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege afgewezen, maar heeft wel de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1982 en momenteel verblijvende in de P.I. Zuid-West, had meerdere voorwaarden overtreden, waaronder het verbod op het gebruik van drugs. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode meerdere keren cocaïne had gebruikt, wat leidde tot een intrekking van zijn verlof. De reclassering heeft in haar adviezen aangegeven dat er nog behandelmogelijkheden zijn, maar dat er een strakker kader nodig is om overvraging te voorkomen. De rechtbank heeft besloten dat de terbeschikkinggestelde opnieuw in een gesloten setting geplaatst moet worden en dat er extra voorwaarden moeten worden toegevoegd, waaronder deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining en bewindvoering. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen 38a en 38b van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen voorop staan. De rechtbank heeft de voorwaarden van de terbeschikkingstelling aangepast en de terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard om aan deze voorwaarden te voldoen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01/825187-12
Uitspraakdatum: 20 oktober 2014

Beslissing op de vordering tot alsnog verpleging van overheidswege

en

Beslissing op de vordering tot wijziging voorwaarden terbeschikkingstelling

Beslissingen in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1982],
wonende te[woonplaats], [adres],
thans verblijvende in de P.I. Zuid-West, De Dordtse Poorten te Dordrecht.

Het onderzoek van de zaak.

Bij onherroepelijk geworden vonnis van de rechtbank van 29 maart 2013 onder bovenstaand parketnummer is (onder meer) opgelegd terbeschikkingstelling met de volgende voorwaarden:
  • betrokkene pleegt geen strafbare feiten;
  • betrokkene dient zich te melden bij Reclassering Nederland, Polluxstraat 114, 5631 ES Eindhoven, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • betrokkene wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling zich te laten opnemen in Forensisch Psychiatrische Kliniek [kliniek] of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IZ, waarbij betrokkene zich dient te houden aan de aanwijzingen die hem door die (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
  • betrokkene wordt verboden om alcohol en drugs te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van bloedonderzoeken of urineonderzoek en/of een ander controlemiddel;
  • betrokkene wordt geboden om zich op het adres van de Forensisch Psychiatrische Kliniek [kliniek] te Eindhoven te bevinden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zonder nadrukkelijke toestemming van de reclassering en/of behandelaar is het betrokkene niet toegestaan contact te leggen met zijn ex-partner [naam];
  • betrokkene dient zich te houden aan de aanwijzingen en afspraken die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden/met hem worden gemaakt, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
  • indien een medicamenteuze behandeling wordt geïndiceerd door de behandelaar/ psychiater dient betrokkene daaraan zijn medewerking te verlenen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • betrokkene dient de overeenkomst zorg-reclassering-cliënt, waarin de behandelafspraken worden opgenomen, te ondertekenen. Dit is in het kader van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht;
  • indien betrokkene zich bevindt in een ambulant resocialisatietraject en een time-out in de FPK is geïndiceerd, dan dient betrokkene zijn medewerking te verlenen aan de opname in het kader van de time-out, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
De rechter-commissaris in strafzaken bij deze rechtbank heeft op 29 augustus 2014 op vordering van de officier van justitie de voorlopige verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde bevolen.
De vordering van de officier van justitie d.d. 28 augustus 2014 strekt ertoe dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzittingen van de rechtbank d.d. 23 september 2014 (pro forma) en 6 oktober 2014. Op laatstgenoemde zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting d.d. 6 oktober 2014 haar vordering gewijzigd c.q. aangevuld, in die zin dat zij primair de verpleging van overheidswege vordert en subsidiair vordert dat de voorwaarden zullen worden aangevuld met de volgende voorwaarden:
  • betrokkene geeft openheid aangaande zijn financiële zaken en werkt mee aan bewindvoering/schuldhulpverlening;
  • opname in een zorginstelling voor een klinische behandeling;
  • opname in een instelling voor beschermd en/of begeleid wonen of voor maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ;
  • betrokkene dient mee te werken aan een cognitieve vaardigheidstraining.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • een advies van de Reclassering Nederland van 28 augustus 2014;
  • een advies van de Reclassering Nederland van 12 september 2014.

De beoordeling.

Het reclasseringsadvies van 28 augustus 2014 houdt onder meer het volgende in:
"Betrokkene is op 31 maart 2014 doorgeplaatst naar [instelling 1]. (..) Sindsdien zijn de voorwaarden diverse malen overtreden. (..) Waar in eerdere voortgangsverslagen te lezen was dat er geen signalen waren van drugs of alcoholgebruik, is dat deze periode anders. Op 7 augustus kwam er een uc binnen waaruit bleek dat betrokkene cocaïne had gebruikt. In overleg in het TCO en met het behandelteam is besloten zijn verloven in te trekken, met uitzondering van zijn werkverloven. Dit om te voorkomen dat betrokkene zijn baan zou kunnen verliezen. Daarnaast heeft betrokkene een officiële waarschuwing gekregen vanuit de reclassering. Met betrokkene is afgesproken dat indien hij opnieuw positief bevonden zou worden, dit alsnog zou worden ingetrokken. Op 10 augustus bleek dat betrokkene echter opnieuw cocaïne had gebruikt. Hierop is alsnog het gehele verlof van betrokkene ingetrokken. (…) In eerste instantie ontkende betrokkene het gebruik, later gaf betrokkene wel aan dat hij gebruikt had. Hij gaf aan dat het niet goed ging met hem, veel vrienden van hem hebben het leven goed voor elkaar. Hij is echter al meer dan een jaar in behandeling en nog steeds heeft hij geen goed leven.. (…) Ook diverse rekeningen en boetes die waren binnengekomen en waar hij zijn spaargeld aan had op moeten maken, zorgden voor frustratie. (…) Op 27 augustus worden wij door de [instelling 1] gebeld met de mededeling dat betrokkene opnieuw positief scoort op cocaïnegebruik. Betrokkene was op dat moment met werkverlof en is gesommeerd per direct terug te komen op de afdeling. (…)
Er is op 28-8 contact geweest met Mw. Steps (casemanager) en dhr. van Oosterhout (behandelaar), beide werkzaam op de [instelling 1]. Zij geven aan dat zij ondanks de overtredingen van betrokkene nog wel behandelmogelijkheden zien."De eerste 8 maanden van het traject van betrokkene is er sprake geweest van vermijdende coping en een ogenschijnlijke aanpassing aan behandelafspraken. Betrokkene kreeg het lange tijd voor elkaar om niet te gebruiken, maar tegelijkertijd was er weinig ingang om over wezenlijke zaken aan de praat te raken. Toen betrokkene werd overgeplaatst naar de [instelling 1] en meer vrijheden kreeg, werd duidelijk dat betrokkene wellicht overvraagd werd. Het gedrag wat hij nu laat zien is onderdeel van zijn problematiek. Wij zien nog behandelmogelijkheden binnen een voorwaardelijk kader, maar dit zou dan wel opnieuw in een gesloten setting (B3) en in een strak kader plaats dienen te vinden (helemaal van voren af aan opnieuw beginnen). Daarnaast zouden we dan naast de huidige voorwaarden extra interventies willen inzetten zoals opnieuw meewerken aan een cova-training, bewindvoering en als er sprake is van uitstromen meewerken aan beschermd of begeleid wonen. Het kader dient strakker neergezet te worden dan nu is gebeurd, om overvraging bij betrokkene te voorkomen."
Advies reclassering:Wij zijn van mening dat gezien het feit dat betrokkene meerdere malen zijn voorwaarden heeft overtreden een TBS met voorwaarden onder de huidige voorwaarden niet uitvoerbaar is gebleken. (..)"
In het advies van 12 september 2014 heeft de reclassering daaraan toegevoegd:
"Betrokkene staat momenteel als eerste op de wachtlijst voor de behandelafdeling van [kliniek], dit indien het kader TBS met voorwaarden zou blijven. Betrokkene heeft een aantal keer de voorwaarden overtreden, waardoor het toezicht op dat moment niet meer uitvoerbaar was. Terugkijkend op deze periode is te zien dat de copingmechanismen van betrokkene nog altijd beperkt zijn en daarmee ook het probleemoplossende vermogen. Ten gevolge van stress kwamen deze beperkte probleemoplossende vermogens in de afgelopen periode nog verder onder druk te staan. Betrokkene had veel vrijheden vanwege zijn resocialisatietraject en kreeg daarbij weinig sturing (accepteerde dit ook moeilijk), hetgeen vermoedelijk een overvraging is geweest voor betrokkene. Naarmate de spanningen bij betrokkene verder opliepen kwam er ook vanuit betrokkene meer weerstand in de samenwerking. Duidelijk is geworden dat betrokkene meer sturing en begeleiding nodig heeft om overvraging te voorkomen. Wij zien nog mogelijkheden voor het kader TBS met voorwaarden maar dan met onderstaande voorwaarden die toegevoegd worden zodat er zoveel mogelijk stressfactoren verholpen worden:
  • Betrokkene geeft openheid van zijn financiële zaken en werkt mee aan bewindvoering/schuldhulpverlening.
  • Opname in zorginstelling voor een klinische behandeling.
  • Opname in een instelling voor beschermd en/of begeleid wonen of voor maatschappelijke opvang zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ.
  • Betrokkene dient mee te werken aan een cognitieve vaardigheidstraining."
Mevrouw S. van den Berg van de reclassering heeft ter terechtzitting de wijziging van de voorwaarden geadviseerd, waarbij zij heeft opgemerkt dat een klinische behandeling zou inhouden een opname bij [instelling 2], onderdeel van [kliniek].
De terbeschikkinggestelde heeft zich ter terechtzitting bereid en gemotiveerd verklaard mee te werken aan de extra voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering. Dat hij cocaïne heeft gebruikt, had te maken met zijn onvermogen om met stress om te gaan en met zijn slechte financiële situatie. Hij ziet in dat hij een fout heeft gemaakt en ziet in dat het overtreden van de voorwaarden consequenties kan hebben.
Met verwijzing naar genoemde adviesrapporten van de reclassering en de toelichting daarop ter terechtzitting door de deskundige heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat een omzetting naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege op dit moment nog niet aan de orde is. De officier van justitie heeft dan ook verzocht haar primaire vordering af te wijzen en de subsidiaire vordering tot wijziging van de voorwaarden toe te wijzen. De voorwaarden dienen gewijzigd te worden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 12 september 2014.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting eveneens afwijzing van de primaire vordering van de officier van justitie bepleit. Zij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de terbeschikkinggestelde in een periode van enkele weken drie maal cocaïne gebruikt heeft. Hij heeft dit gedaan uit wanhoop, omdat hij niet meer wist hoe hij met stress en zijn financiële situatie moest omgaan. Deze overtredingen zijn niet van dien aard dat een omzettingl zoals gevorderd zou moeten volgen. Voorts heeft de terbeschikkinggestelde zich bereid verklaard mee te werken aan de extra voorwaarden.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit de adviezen van de reclassering en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de terbeschikkinggestelde de voorwaarde dat hij geen drugs mag gebruiken meerdere malen heeft overtreden. Desondanks ziet de reclassering in haar advies nog voldoende mogelijkheid tot voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, mits er sprake is van een strakker kader om overvraging van de terbeschikkinggestelde te voorkomen. De terbeschikkinggestelde zou daartoe opnieuw in een gesloten setting geplaatst moeten worden. Tevens ziet de reclassering de noodzaak tot extra voorwaarden, waaronder een cognitieve vaardigheidstraining, bewindvoering en het meewerken aan beschermd of begeleid wonen zodra sprake is van uitstroom uit de gesloten setting.
Gelet op de adviezen en hetgeen ter terechtzitting is besproken, is de rechtbank, met de officier van justitie en de raadsvrouwe, van oordeel dat omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege nog niet aan de orde is. Wel acht de rechtbank het noodzakelijk om ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de thans geldende voorwaarden aan te vullen zoals hierna te melden.
De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard tot naleving van na te melden voorwaarden.
Ten aanzien van het bevel van de rechter-commissaris tot voorlopige verpleging van overheidswege zal de rechtbank beslissen als na te melden.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38a en 38b van het Wetboek van Strafrecht.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank als volgt beslissen.

BESLISSING

De rechtbank:
Wijst af de primaire vordering van de officier van justitie tot alsnog verpleging van overheidswege.
Heft op het door de rechter-commissaris in deze rechtbank op 29 augustus 2014 gegeven bevel tot voorlopige verpleging van overheidswege.
Wijst toe de subsidiaire vordering tot wijziging van de aan de terbeschikkingstelling verbonden voorwaarden en wijzigt de bij vonnis van de rechtbank van 29 maart 2013 opgelegde voorwaarden aldus, dat deze thans als volgt luiden:
betrokkene pleegt geen strafbare feiten;
betrokkene dient zich te melden bij Reclassering Nederland, [adres] zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
betrokkene wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling zich
opnieuwte laten opnemen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek [kliniek] of een soortgelijke intramurale instelling
en mee te werken aan een klinische behandeling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IZ, waarbij betrokkene zich dient te houden aan de aanwijzingen die hem door die (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
betrokkene wordt verboden om alcohol en drugs te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van bloedonderzoeken of urineonderzoek en/of een andere controlemiddel;
betrokkene wordt geboden om zich op het adres van de Forensisch Psychiatrische Kliniek [kliniek] te [plaats] te bevinden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
zonder nadrukkelijke toestemming van de reclassering en/of behandelaar is het betrokkene niet toegestaan contact te leggen met zijn ex-partner[naam];
betrokkene dient zich te houden aan de aanwijzingen en afspraken die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden/met hem worden gemaakt, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
indien een medicamenteuze behandeling wordt geïndiceerd door de behandelaar/ psychiater dient betrokkene daaraan zijn medewerking te verlenen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
betrokkene dient de overeenkomst zorg-reclassering-cliënt waarin de behandelafspraken worden opgenomen, te ondertekenen. Dit is in het kader van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht;
indien betrokkene zich bevindt in een ambulant resocialisatietraject en een time-out in de FPK is geïndiceerd, dan dient betrokkene zijn medewerking te verlenen aan de opname in het kader van de time-out, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
betrokkene geeft openheid aangaande zijn financiële zaken en werkt mee aan bewindvoering/schuldhulpverlening;
betrokkene wordt verplicht zich (na de klinische opname) te laten opnemen in een instelling voor beschermd en/of begeleid wonen of voor maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ;
betrokkene dient mee te werken aan een cognitieve vaardigheidstraining.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. M. Senden, voorzitter,
mr. P.J.H. van Dellen en mr. C.J. Sangers-de Jong, leden,
in tegenwoordigheid van drs. B.C. van Wijmen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 oktober 2014.