Tussen partijen staat, voor zover thans van belang, het volgende vast.
[eiser] is eigenaar van het pand c.a. gelegen aan het [adres] te [woonplaats].
Vanaf begin 2001 verhuurt [eiser] het achterste gedeelte van dit pand, inclusief de toen reeds gerealiseerde aanbouw, als bedrijfsruimte aan [gedaagde]. Vanaf 2004 verhuurt [eiser] een deel van het achterste gedeelte van het pand aan [gedaagde] als woonruimte. Daartoe is een aparte huurovereenkomst tussen partijen opgesteld. [gedaagde] heeft vervolgens de achtergevel uitgebouwd en in de uitbouw een badkamer en keuken geplaatst.
In de bij het gehuurde behorende tuin aan de achterzijde van het pand staan duivenkooien en een tuinhuisje.
Op 28 januari 2010 heeft een toezichthouder van de gemeente Sint Michielsgestel een controle uitgevoerd en geconstateerd dat op het perceel zonder bouwvergunning en monumentenvergunning is gebouwd en dat er een zelfstandige woning op het perceel is gerealiseerd.
Bij brief van 7 juni 2010 heeft de gemeente [eiser] medegedeeld voornemens te zijn om handhavend te gaan optreden tegen de illegale bouwwerken in de tuin van het gehuurde. Het gaat dan om de duivenkooien, het tuinhuisje en de aanbouw aan de woning.
Na een periode van overleg, dat geen resultaat heeft opgeleverd, heeft de gemeente bij brief van 17 juni 2013 aangegeven dat zij niet langer bereid is mee te werken aan splitsing van de woning. Bij brief van 3 oktober 2013 heeft de gemeente aan [eiser] kenbaar gemaakt dat zij voornemens is het handhavingstraject opnieuw op te starten. De gemeente heeft vervolgens, na een verzoek daartoe, alsnog een termijn gegeven om tot een oplossing te komen, i.e. voor legalisatie zorg te dragen.
Bij brief van 28 augustus 2014 heeft de gemeente aan [eiser] medegedeeld dat zij, indien op 5 oktober 2014 geen einde is gemaakt aan de strijdige situatie, overweegt handhavend op te treden en een last onder bestuursdwang op te leggen. De strijdige situatie kan worden beëindigd – zo deelt de gemeente mee – door de duivenkooien te verwijderen en het gebruik voor bewoning van het bijgebouw te beëindigen.