Ter Horst BV is eigenaar van een winkelpand aan de Kruisstraat 8 te Oss. Zij had dat pand verhuurd aan Zaanlandse Vastgoed & Exploitatie BV. Nadat Zaanlandse failliet was verklaard, heeft Ter Horst BV de huurovereenkomst met Zaanlandse opgezegd en het pand per 1 februari 2013 verhuurd aan Claessens BV. De curator in het faillissement van Zaanlandse heeft vervolgens in kort geding gevorderd dat hij gemachtigd zou worden om met ingang van 1 februari 2013 Helioform Quality Shoes BV (hierna: Helioform) in de plaats te stellen van Zaanlandse als huurder. Helioform heeft (zonder toestemming van Ter Horst BV) het winkelpand betrokken, zodat Ter Horst BV dat niet aan Claessens ter beschikking kon stellen.
Helioform en Claessens BV zijn in dat kort geding tussengekomen en hebben beiden zelfstandige vorderingen ingesteld. Ter Horst BV heeft tevens een reconventionele vordering ingesteld tegen de curator en tegen Helioform.
Bij vonnis van 8 mei 2013 zijn de vorderingen van de curator en Helioform afgewezen en de vorderingen van Ter Horst BV en Claessens BV toegewezen. Helioform is in reconventie veroordeeld om het winkelpand binnen zes weken na betekening van het vonnis leeg en in de contractueel overeengekomen staat aan Ter Horst BV ter vrije beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag dat zij daarmee in gebreke zou blijven, met een maximum van € 250.000,-. Tevens is Ter Horst BV veroordeeld het pand binnen zes weken na betekening van het vonnis leeg en in de contractueel overeengekomen staat aan Claessens BV ter vrije beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag voor elke dag dat Helioform met terbeschikkingstelling in gebreke zou blijven, met een maximum van € 250.000,-.
Claessens BV heeft dit vonnis op 13 mei 2013 aan Ter Horst BV laten betekenen. Ter Horst BV heeft dit vonnis op 15 mei 2013 aan Helioform laten betekenen. Claessens BV heeft het vonnis op 7 juni 2013 andermaal aan Ter Horst BV laten betekenen.
Helioform heeft hoger beroep van het vonnis ingesteld. Bij arrest van het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch van 25 juni 2013 is Helioform grotendeels opnieuw in het ongelijk gesteld. Het vonnis is vernietigd, maar alleen voor zover Ter Horst BV in conventie en Helioform in reconventie zijn veroordeeld tot oplevering binnen zes weken en waar Helioform in reconventie is veroordeeld om de bedrijfsruimte na ontruiming “in de contractueel overeengekomen staat” aan Ter Horst BV ter beschikking te stellen. Het hof heeft de opleveringstermijn van zes weken gewijzigd in zeven weken en heeft bepaald dat Helioform de bedrijfsruimte ter beschikking moet stellen in de staat waarin die ruimte zich aan het einde van de exploitatie door Helioform bevindt en dat de opgelegde dwangsom geen betrekking heeft op de staat waarin de bedrijfsruimte wordt opgeleverd.
De makelaar heeft vervolgens met alle betrokkenen een afspraak gemaakt voor een gezamenlijke oplevering op 3 juli 2013. Op die dag heeft de oplevering van het pand door Helioform plaatsgevonden en de oplevering door Ter Horst BV aan Claessens BV. Bij die gelegenheid is vastgesteld dat een (roerend) trapje van ongeveer 1 meter hoog, dat het mogelijk maakte van de begane grond de splitlevel verdieping te bereiken, was verdwenen, zodat het pand zonder die trap aan Claessens BV ter beschikking moest worden gesteld.
Bij brief van 6 september 2013 heeft Claessens BV jegens Ter Horst BV aanspraak gemaakt op het maximum aan verbeurde dwangsommen van € 250.000,, omdat het gehuurde niet tijdig is opgeleverd en omdat niet conform de huurovereenkomst is opgeleverd.
Medio september 2013 heeft Helioform het trapje, in onderdelen, aan Ter Horst BV ter beschikking gesteld. De heer Ter Horst heeft het trapje vervolgens in het gehuurde gebracht.
Bij exploot van 15 oktober 2013 heeft Claessens BV jegens Ter Horst BV aanspraak gemaakt op het maximum aan verbeurde dwangsommen van € 250.000,.