In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 november 2014 uitspraak gedaan over het verzoek van DPA Beheer B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die als directeur werkzaam was bij DPA Technipower. DPA Beheer stelde dat [verweerder] niet in staat was zijn functie naar behoren uit te voeren, wat leidde tot verslechterde prestaties van de onderneming. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake was van disfunctioneren van [verweerder], maar dat de omstandigheden rondom de overname van Technipower en de daaruit voortvloeiende problemen een belangrijke rol speelden. De rechter oordeelde dat DPA Beheer niet had kunnen verwachten dat [verweerder] de prestaties van de onderneming op eigen kracht zou verbeteren, gezien de acute noodsituatie bij Technipower ten tijde van de overname. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingewilligd, met ingang van 1 januari 2015, en een vergoeding van € 100.000,00 toegekend aan [verweerder]. Daarnaast werd een voorwaardelijke vergoeding van € 720.000,00 toegekend, afhankelijk van de uitkomst van een eventuele bodemprocedure over de bescherming op grond van artikel 7:663 BW.