ECLI:NL:RBOBR:2014:7888
Rechtbank Oost-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor verkoop consumentenvuurwerk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 18 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning voor de verkoop van consumentenvuurwerk. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor het bouwen van opslagplaatsen voor consumentenvuurwerk en de verkoop daarvan gedurende de drie dagen voor de jaarwisseling. De gemeente Eindhoven had de aanvraag aanvankelijk niet in behandeling genomen en later afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat gedeeltelijk gegrond werd verklaard, maar de aanvraag voor de verkoop werd afgewezen. Verzoekster heeft vervolgens beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning niet als ingrijpend gewijzigd kon worden beschouwd door een latere brief van verzoekster, waarin aanvullende gegevens werden verstrekt. Aangezien de beslistermijn was verstreken, was de vergunning van rechtswege verleend. De voorzieningenrechter stelde vast dat de gemeente niet had bekendgemaakt dat de vergunning was verleend, waardoor de termijn voor derden om bezwaar te maken nog niet was gaan lopen. De voorzieningenrechter heeft de opschorting van de vergunning opgeheven en de gemeente opgedragen de door verzoekster betaalde griffierechten en proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige bekendmaking van verleende vergunningen en de rechten van verzoekers in bestuursrechtelijke procedures. De voorzieningenrechter heeft de gemeente Eindhoven in het ongelijk gesteld en de aanvraag voor de verkoop van consumentenvuurwerk voor de drie dagen voor de jaarwisseling alsnog goedgekeurd, met de bepaling dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit voor zover dit is vernietigd.