Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Ten aanzien van feit 1 primair.
Vandaag, op zaterdag 10 november 2012 omstreeks 15.15 uur was ik met mijn vrouw bij[bedrijf 1], op de [adres 2] te Helmond. Plotseling zag ik een man met een helm op binnen in de winkel en die man stond op circa twee meter van mij en mijn vrouw verwijderd. Ik zag dat die man, ik zal hem duiden als overvaller I, een klein model vuistvuurwapen met een lengte van ongeveer 15 centimeter in een van zijn handen had. Overvaller I zei “mee naar achteren en op de grond liggen”. Mijn vrouw en ik moesten toen onder bedreiging van dat vuurwapen mee en zijn gedwongen om te gaan liggen in de ruimte waar de kluis staat. Overvaller I bleef mij, mijn vrouw en het personeel bedreigen. Overvaller III bleef in de winkel en sloeg met een hamer het glas van vitrines kapot en deed de inhoud hiervan in een tas. Overvaller II heeft gedeeltelijk de kluis leeggemaakt en de inhoud uit de kluis in de Vlisco tas gedaan. Overvaller II had een mes met een totale lengte van 30 centimeter in een van zijn handen. Hij had dit mes enigszins met de punt vooruit gericht, wat dreigend overkwam.
Ik reed op zaterdag 10 november 2012 omstreeks 15:50 over de Rochadeweg te Helmond. Ik zag voor het viaduct aan mijn linkerzijde een viertal personen met twee scooters erbij het talud omhoog klauteren. Alle vier de personen droegen donkere kleding en hadden een helm op. De tweede persoon in de rij had een tas in zijn handen. De kleur van de tas was echt opvallend en bestond uit blauw en oranje vlekken.
Uit onderzoek is gebleken dat het VIN nummer LBMM5710000001359 van de aangetroffen Piaggio is afgegeven aan een motorscooter met kenteken[kenteken 1], afkomstig uit Duitsland. Daarnaast is gebleken dat de motorscooter met kenteken[kenteken 1] op 3 november 2012 tussen 00.00 uur en 14.10 uur was ontvreemd. Op zaterdag 3 november 2012 werd er namens het [bedrijf 2] aangifte gedaan van het feit dat er op zaterdag 3 november 2012 om 08.20 uur werd getankt zonder te betalen. Dit feit werd gepleegd door een bestuurder van een blauwe motorscooter met Duits kenteken[kenteken 1]. De bestuurder droeg een witte helm en donkere kleding. Door de aangever werd waargenomen dat deze scooterrijder in gezelschap was van een buitenlandse jongeman op een zwarte scooter. Daarnaast werd waargenomen dat er naast het tankstation op de weg een grijze BMW stond met hierin drie personen. Door de aangever werd waargenomen dat deze zwarte scooter en de grijze BMW wegreden toen de blauwe scooter ook wegreed. De witte helm, welke gedragen werd door de bestuurder van de blauwe scooter, toont zeer sterke gelijkenis met een van de helmen, gedragen door een van de overvallers op 10 november 2012. De opvallend zwarte kenmerken, zoals het driehoekje aan de voorzijde van de helm, boven het vizier, en de verticale streep in het midden van de helm is op beide afbeeldingen zichtbaar.
Van het DNA in het referentiemonster wangslijmvlies RAAZ6260NL van [medeverdachte 2] is een DNA-profiel verkregen dat op 26 juni 2013 is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en sindsdien wordt vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is één match gevonden met het DNA-mengprofiel van de bemonstering AAFM9959#01 (bemonstering van een handschoen). Dit betekent dat [medeverdachte 2] één van de donoren kan zijn van het DNA in de bemonstering AAFM9959#01. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het DNA-mengprofiel van het DNA in de bemonstering AAFM9959NL#01 is ongeveer één op 270 miljoen.
De bemonstering met SIN AAFM9958NL (handschoen) bevat een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen. Het celmateriaal kan afkomstig zijn van [medeverdachte 2] en minimaal twee andere personen. De bevindingen van dit vergelijkend DNA-onderzoek zijn beschouwd onder twee hypothesen.
Ten aanzien van feit 2.
Ten aanzien van feit 3.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
€ 57.000,-.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6].
€ 3.545,-), waarin zij niet-ontvankelijk is verklaard, slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Motivering van de hoofdelijkheid.De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
€ 500,- is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid door de rechtbank begroot, nu de bewijsstukken ter onderbouwing van deze schade thans ontbreken.