ECLI:NL:RBOBR:2015:1202

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 maart 2015
Publicatiedatum
4 maart 2015
Zaaknummer
01/025406-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en wijziging van bijzondere voorwaarden in verband met recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 maart 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die ter beschikking was gesteld na meerdere brandstichtingen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde is sinds 2013 onderworpen aan transmuraal verlof en de maatregel is in 2014 omgezet naar een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van recidiverisico, ondanks de positieve stappen die de terbeschikkinggestelde heeft gezet. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen en de voorwaarden aan te passen, waarbij de terbeschikkinggestelde onder andere is toegestaan om dagelijks twee joints te roken, mits dit zijn functioneren niet beïnvloedt. De rechtbank heeft de eerdere bijzondere voorwaarden gehandhaafd, met enkele wijzigingen, en benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft de raadsvrouwe's verzoek om de verlenging te beperken tot één jaar afgewezen, omdat er naar haar oordeel nog zeker twee jaar nodig zijn om het traject voort te zetten en de overdracht naar de GGz te realiseren.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025406-03 Uitspraakdatum: 05 maart 2015
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en wijziging bijzondere voorwaarden.
Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1979],
verblijvende: [adres], [plaats].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 25 januari 2005 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 14 februari 2014, met een jaar verlengd. De vordering van de officier van justitie, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op
5 januari 2015, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 februari 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundigen [deskundigen 1] en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van SVG Reclassering Limburg Mondriaan d.d. 10 december 2014, alsmede het voortgangsverslag van voormelde reclasseringsinstelling d.d. 18 februari 2015;
  • het rapport van[psychiater 1], psychiater, d.d. 26 november 2014 betreffende de terbeschikkinggestelde;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van vier keer brandstichting, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de reclassering is onder meer het navolgende gesteld:
De woonbegeleiding van betrokkene wordt ingezet op het ordenen van het huishouden en huisraad en persoonlijke spullen met aandacht voor hygiëne. Betrokkene vindt het lastig om zich te laten begeleiden in het zelfstandig ordenen, maar accepteert momenteel de begeleiding door MetGGZ.
Betrokkene rookt regelmatig wiet ‘s avonds. Er zijn geen aanwijzingen dat betrokkene hierdoor slecht functioneert en hij heeft door het wietgebruik minder slaapproblemen. Betrokkene wordt gemotiveerd om enkel ’s avonds wiet te roken en minder geld hieraan te besteden. Het wietgebruik blijft een aandachtspunt.
Betrokkene is niet in staat om zijn financiën zelfstandig te beheren c.q. te budgetteren. Er wordt ingezet op bewindvoering door Bureau Saldo IN PLUS. Betrokkene heeft weerstand tegen bewindvoering op grond van negatieve ervaringen uit het verleden.
Het recidiverisico wordt door de reclassering ingeschat als laag indien het resocialisatietraject wordt voortgezet binnen het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
Gelet op de autistische problematiek en de persoonlijkheidsstoornis bij betrokkene zijn de sociale en cognitieve vaardigheden beperkt en zo ook de mate van zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren. Betrokkene overschat zichzelf en wordt gemakkelijk overschat. Er ontstaan gemakkelijk communicatieproblemen en conflicten tussen betrokkene en diens omgeving. Betrokkene is een kwetsbare man die in zekere mate afhankelijk zal blijven van een ondersteunend netwerk dat hem volgt en ondersteunt waar nodig. Het is van belang het ingezette traject voort te zetten om de leefgebieden van betrokkenen te versterken. Het recidiverisico is hoog op het moment dat betrokkene geen gestructureerd netwerk heeft.
De reclassering adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te continueren, waarbij de huidige voorwaarden gehandhaafd kunnen blijven, behoudens voorwaarde 8. De reclassering verzoekt betrokkene toe te staan dagelijks ’s avonds 1 tot 2 joints te roken.
De psychiater [psychiater 2]concludeert in zijn rapport dat bij betrokkene sprake is van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, cannabisafhankelijkheid en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Het recidiverisico is nog niet op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau en wordt in algemene zin als matig tot hoog ingeschat. Bij het wegvallen van een kader is er een groot risico dat betrokkene sociaal-maatschappelijk zal kunnen afglijden, waardoor hij in een isolement geraakt en/of in aanraking komt met randgroeperingen van waaruit zijn denkbeelden weer een meer radicale inhoud kunnen krijgen met mogelijk (pre)delictgedrag tot gevolg.
Het wordt zinvol en noodzakelijk geacht om de basis (wonen, dagbesteding, netwerk) verder te verstevigen en uit te breiden. Betrokkenes cannabis- en middelengebruik zal intensief dienen te worden gemonitord en waar nodig bijgestuurd. Geadviseerd wordt toe te werken naar een geleidelijke overgang naar een GGZ-instelling, waarbij gedacht kan worden aan een forensisch ACT-team. Onderzoeker adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.
De terbeschikkinggesteldeverklaart:
Mijn arbeidscontract is onlangs niet verlengd. Verder gaat het goed. Er zijn onderlinge strubbelingen geweest op het werk. Ik werkte in de groenvoorziening en leverde goed werk. De collega’s hadden moeite met mij.
Ik kan morgen beginnen met een dagbesteding in de groenvoorziening. Daarvoor krijg ik niet betaald. Tot april ontvang ik een WW-uitkering en daarna kom ik in de bijstand terecht. Ik weet niet meer waar ik moet proberen werk te vinden.
Ik heb inmiddels een huisgenoot, maar dat werkt niet. Hij is zwaar psychotisch en drinkt. Mijn wietgebruik is minder dan een of twee joints per dag. Als ik meer geld had, rookte ik meer. De bewindvoering moet effectief worden opgestart. De eerdere bewindvoerder hield er een wanbeleid op na.
Ik woon in een appartement. Ik ben te klein behuisd en kan mijn inboedel niet kwijt.
‘s Avonds om half acht komt er iemand langs om te vragen hoe het ermee staat. Ik zou willen dat ze niet zo vaak langskomen. Ik slaap goed als ik een joint heb gerookt. Het helpt ook bij het werk. Ik ben bereid me aan de voorwaarden te houden, ook als voorwaarden 5 en 8 worden gewijzigd zoals voorgesteld.
De deskundigen [deskundigen 2], optredend namens voormelde instelling, hebben bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. De deskundige
[deskundige 1]heeft voorts onder meer het navolgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Voorwaarde 8 behoeft aanpassing, zo ook voorwaarde 5, in die zin dat daaraan wordt toegevoegd dat betrokkene zal meewerken aan een daginvulling.
De komende twee jaren zal duidelijk moeten worden welke stappen betrokkene nog kan maken. Het advies om de maatregel met twee jaren te verlengen, is ook om op langere termijn te werken met betrokkene. Die twee jaar zijn daar wel voor nodig.
De deskundige
[deskundige 2]heeft voorts onder meer het navolgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Thans wordt geadviseerd om betrokkene toe te staan een of twee joints verdeeld over de dag te roken en dit niet te beperken tot de avond, mits dit zijn functioneren en zijn gedrag niet beïnvloedt en er risico’s ontstaan. Het is belangrijk de zaak van betrokkene goed over te dragen aan de GGz. Er is een risico dat betrokkene zich terugtrekt en geen hulp vraagt als het nodig is.
We hebben zeker twee jaren nodig om de overgang naar de GGz goed te laten lopen en te zien hoe betrokkene die begeleiding ervaart.
De afgelopen periode hebben we gezien dat er bij betrokkene een neiging is niet zelf met hulpvragen te komen. Er zijn problemen geweest met het werk en de bewindvoering.
De begeleiding probeert nu rust te krijgen in de woning en betrokkene in het stramien te houden waarin hij zit. Het is wel de bedoeling dat betrokkene weer naar een andere woning gaat en de begeleiding moet zich richten op hoe betrokkene de woning schoon houdt.
De reclassering kan betrokkene alleen helpen met dagbesteding maar niet met een baan, omdat de reclassering niet over connecties voor betaalde banen beschikt. Betrokkene zal zelf veel moeite moeten doen om een betaalde baan te krijgen.
Het cannabisgebruik van betrokkene wordt gedoogd. Er wordt gecontroleerd en de komende twee jaren moeten we dat blijven doen. Bij overgang naar de GGz moet de GGz dat overnemen.
De officier van justitiepersisteert bij de vordering en voert aan:
Aan de formele voorwaarden is voldaan: er is sprake van een stoornis en recidiverisico. Weliswaar wordt dat ingeschat als matig, maar bij het wegvallen van het kader is dat risico nog niet op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Voor de trajecten die voor betrokkene zijn uitgezet is nog twee jaar nodig en op de manier waarop betrokkene reageert en functioneert, zien we dat er zeker nog twee jaren nodig zijn om de begeleiding goed over te dragen.
Ik verzoek de terbeschikkingstelling te verlengen onder aanpassing van de voorwaarden 5 en 8 zoals besproken.
De raadsvrouwevan de terbeschikkinggestelde heeft onder meer aangevoerd:
Cliënt heeft sinds 2013 transmuraal verlof. De maatregel van terbeschikkingstelling is in 2014 omgezet naar voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Dat is een positieve stap. Er is een en ander verbeterd. Daarnaast heeft hij zijn werk niet kunnen behouden. Niet duidelijk is wat de reden is van het niet verlengen van zijn contract. Cliënt heeft nu geen betaald werk en heeft zich opengesteld voor dagbesteding. De bewindvoering moet geregeld zijn. Cliënt is bereid zich te houden aan de voorwaarden. Het cannabisgebruik gebeurt in samenspraak met de reclassering.
Ik ben het eens met de officier van justitie dat de stoornis en de recidive nog steeds aanwezig zijn. Cliënt wil begeleiding behouden, maar of daar twee jaren voor nodig zijn is de vraag. Er moet nog een en ander gebeuren en de reclassering geeft er de voorkeur aan dat over een langere periode uit te strijken. Ik zie niet in waarom daarvoor twee jaren nodig zijn. Cliënt heeft wellicht over een jaar ander werk en kan zelfstandig wonen. Het is niet ondenkbaar dat het recidivegevaar er over een jaar anders uit ziet. Ik verzoek de verlenging van de maatregel te beperken tot een jaar. Ten aanzien van de verzochte wijziging van de voorwaarden 5 en 8 refereer ik mij aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de psychiater en het advies van voornoemde instelling en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundigen. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat nog steeds sprake is van recidiverisico. Op grond van voormelde rapportages stelt de rechtbank vast dat nog zeker een termijn van twee jaar nodig is om het ingezette traject voort te zetten, de overdracht naar de GGz te realiseren en de maatregel tot een goed einde te brengen. Naar verwachting zal de reclassering hiervoor nog zeker twee jaren nodig hebben. Onder die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de terbeschikkingstelling moet worden verlengd met twee jaar en wijst de rechtbank het verzoek van de raadsvrouwe om de maatregel van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen af.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en dat de voorwaarden 5 en 8 als na te melden dienen te worden gewijzigd.

DE BESLISSING

Verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
twee jaar, onder handhaving van de eerder, bij beschikking van 14 februari 2014, gestelde bijzondere voorwaarden met betrekking tot de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder de nummers 1 tot en met 4, 6 en 7, 9 tot en met 11.
Wijzigtde bij beschikking van 14 februari 2014 gestelde bijzondere voorwaarde 5 aldus:
5. De[terbeschikkinggestelde] werkt mee aan het vinden van een werkverband c.q. adequate daginvulling en zodra hij daarover beschikt werkt de[terbeschikkinggestelde] mee aan het behouden van het werkverband c.q. adequate daginvulling.
Wijzigtde bij beschikking van 14 februari 2014 gestelde bijzondere voorwaarde 8 aldus:
8. De[terbeschikkinggestelde] functioneert door de week alcohol- en drugsvrij. Het wordt hem toegestaan (uitsluitend) op vrijdag of zaterdag maximaal twee glazen bier te drinken. Voorts wordt hem toegestaan dagelijks twee joints te roken, tenzij het functioneren van betrokkene hieronder lijdt en er risico’s ontstaan.
Betrokkene werkt mee aan blaastesten en urinecontroles op het moment dat de reclassering dat nodig acht. Vooralsnog zullen deze controles steekproefsgewijs plaatsvinden.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.J. Sangers- de Jong, voorzitter,
mr. H.A. van Gameren en mr. J.M.J. Denie, leden,
in tegenwoordigheid van L.F.M. Schulte, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 maart 2015.
Mr. J.M.J. Denie is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.