In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, een inrichting te Milheeze, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat bepaalde maatwerkvoorschriften die door verweerder aan eiseres zijn opgelegd, in strijd zijn met het gemeentelijk geluidbeleid. De maatwerkvoorschriften resulteerden in een verbod op alle activiteiten in de inrichting gedurende een bepaalde periode, ongeacht of deze activiteiten geluidsoverlast veroorzaakten. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid geboden om de gebreken in de maatwerkvoorschriften te herstellen, maar verweerder heeft aangegeven hier geen gebruik van te maken.
In de einduitspraak heeft de rechtbank het bestreden besluit van verweerder vernietigd voor zover het betreft maatwerkvoorschrift 1, dat geluidgrenswaarden bevatte die afweken van het Activiteitenbesluit, en maatwerkvoorschrift 7. De rechtbank heeft bepaald dat eiseres de inrichting moet exploiteren volgens de voorschriften van het Activiteitenbesluit, met inachtneming van de geldende geluidgrenswaarden. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.874,00. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.