In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, is op 6 maart 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende een verzoek om verlof voor conservatoir beslag. Verzoekster, een commanditaire vennootschap, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.J.T. Smeets, had op 2 maart 2015 een verzoekschrift ingediend met betrekking tot het leggen van conservatoir beslag. Dit verzoek volgde op een eerdere procedure waarin een executoriaal beslag was gelegd op een onroerende zaak. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen gewijzigde omstandigheden waren die een nieuw verzoek rechtvaardigden, en dat verzoekster in haar nieuwe verzoek niet had gemeld dat er eerder een verzoek was afgewezen. Dit werd gezien als een schending van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het gevraagde verlof voor het leggen van conservatoir beslag moest worden geweigerd, omdat verzoekster niet had voldaan aan de vereisten en geen nieuwe feiten had aangedragen die een ander oordeel rechtvaardigden. De beschikking eindigt met de beslissing om het gevraagde verlof te weigeren.