ECLI:NL:RBOBR:2015:1231

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
6 maart 2015
Publicatiedatum
6 maart 2015
Zaaknummer
C/01/290615 / BP RK 15-215
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Conservatoire maatregel
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van verlof voor conservatoir beslag in civiele procedure

In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, is op 6 maart 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende een verzoek om verlof voor conservatoir beslag. Verzoekster, een commanditaire vennootschap, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.J.T. Smeets, had op 2 maart 2015 een verzoekschrift ingediend met betrekking tot het leggen van conservatoir beslag. Dit verzoek volgde op een eerdere procedure waarin een executoriaal beslag was gelegd op een onroerende zaak. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen gewijzigde omstandigheden waren die een nieuw verzoek rechtvaardigden, en dat verzoekster in haar nieuwe verzoek niet had gemeld dat er eerder een verzoek was afgewezen. Dit werd gezien als een schending van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het gevraagde verlof voor het leggen van conservatoir beslag moest worden geweigerd, omdat verzoekster niet had voldaan aan de vereisten en geen nieuwe feiten had aangedragen die een ander oordeel rechtvaardigden. De beschikking eindigt met de beslissing om het gevraagde verlof te weigeren.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/290615 / BP RK 15-215
Beschikking van de voorzieningenrechter van 6 maart 2014
in de zaak van
commanditaire vennootschap
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
verzoekster,
advocaat mr. C.J.T. Smeets te Ommel-Asten
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gerekestreerde],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gerekestreerde.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • Het verzoekschrift met producties, genummerd 1 tot en met 4;
  • De mondelinge behandeling ter zitting van 6 maart 2015 waar mr. Smeets is verschenen en gehoord. Tevens is verschenen en gehoord de heer [naam beheerder], beheerder van verzoekster.

2.De beoordeling

2.1.
Naar aanleiding van het verzoek van 2 maart 2015 met 4 producties zijn op 6 maart 2015 de advocaat van verzoekster en haar beheerder gehoord. Desgevraagd heeft de advocaat van verzoekster gezegd dat mr. Kemps namens verweerster verzoekster heeft geïnformeerd de onroerende zelf onderhands te willen verkopen. Nadat het vonnis van 9 juli 2014 aan verweerster was betekend en executoriaal beslag op de onroerende zaak was gelegd, is tussen partijen afgesproken dat het executoriale beslag zal worden opgeheven nadat door verweerster een bankgarantie zou zijn verstrekt. De bankgarantie is op 24 december 2014 afgegeven, maar het executoriale beslag is nog niet door verzoekster opgeheven. Verzoekster is voornemens het executoriale beslag op te heffen nadat voor de vordering waarvoor thans verlof voor conservatoir beslag wordt gevraagd, conservatoir beslag is gelegd. Ook dit verzoek zal worden afgewezen. Verlof wordt gevraagd voor dezelfde vordering als waarvoor door middel van het eerdere verzoek van 23 februari 2015 verlof is gevraagd. Verzoekster heeft geen melding gemaakt in het verzoek van 2 maart 2015 van het eerder verzoek noch van de daarop gevolgde afwijzing. Thans maakt verzoekster melding van het executoriale beslag, terwijl daar eerder geen melding van is gemaakt. Verzoekster heeft wederom art. 21 Rv geschonden, hetgeen de afwijzing van het verzoek rechtvaardigt. Afwijzing dient ook te geschieden omdat verzoekster, terwijl geen sprake is van gewijzigde omstandigheden, voor dezelfde vordering nogmaals verlof vraagt voor beslag op hetzelfde object.
2.2.
Het gevraagde verlof zal dan ook worden geweigerd.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
weigert het gevraagde verlof.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Loesberg op 6 maart 2015.