ECLI:NL:RBOBR:2015:1949

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 maart 2015
Publicatiedatum
3 april 2015
Zaaknummer
01/849400-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde van de terbeschikkingstelling na positieve ontwikkeling en maatschappelijk aanvaardbaar recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 maart 2015 uitspraak gedaan over de terbeschikkingstelling van een betrokkene die in 2008 ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag en bedreiging. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 4 april 2014. De officier van justitie heeft op 17 februari 2015 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor een jaar. Tijdens de openbare terechtzitting zijn de officier van justitie, deskundigen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord. De rechtbank heeft verschillende adviezen in overweging genomen, waaronder die van de reclassering en een psychiater. De reclassering adviseerde om de TBS-maatregel niet te verlengen, gezien het lage recidiverisico en de positieve ontwikkelingen in het leven van de terbeschikkinggestelde, die sinds februari 2014 zelfstandig woont en een HBO-studie volgt. De psychiater bevestigde dat het recidiverisico op korte termijn laag is en op lange termijn laag tot matig, en adviseerde tot beëindiging van de TBS-maatregel. De terbeschikkinggestelde zelf gaf aan klaar te zijn voor beëindiging van de maatregel. De officier van justitie en de raadsman steunden de beëindiging van de TBS-maatregel. De rechtbank heeft zich verenigd met de adviezen en heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, met de overweging dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en het recidiverisico maatschappelijk aanvaardbaar is.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/849400-06
Uitspraakdatum: 20 maart 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde]

geboren te [geboorteplaats] op [1984],
wonende te [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 februari 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld. Bij beslissing van deze rechtbank van 25 september 2013 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. De terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 4 april 2014, met een jaar verlengd. De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 17 februari 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 maart 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van Novadic-Kentron, d.d. 20 januari 2015, ondertekend door H.J.C.W. Traa, teamleider en I. Daalman, reclasseringswerker;
  • het advies van psychiater L.P. Heinsman, d.d. 28 januari 2015;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het eerstgenoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van Novadic-Kentron is onder meer het navolgende gesteld:
‘De reclassering adviseert om de tbs-maatregel niet te verlengen.
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag / gemiddeld. Betrokkene woont vanaf februari 2014 zelfstandig. Hij is abstinent van middelen en alcohol. Hij volgt een fulltime HBO-studie aan de HAN locatie Nijmegen. Daarnaast doet hij zijn best om rond te komen van beperkte financiële middelen, bestaande uit een studiefinanciering en enkele toeslagen. Omdat hij geen schulden wil opbouwen probeert hij daarnaast steeds wat geld bij te verdienen door bijbaantjes te nemen. Voor zover bij de reclassering bekend, is betrokkene vanaf de start van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in oktober 2013 niet vervallen in middelengebruik, alcoholgebruik of delictgedrag.’
In voornoemd advies van de psychiater is onder meer het navolgende gesteld:
‘De aanwezigheid van financiële beperkingen, hantering van afstand-nabijheid in contacten met vrouwen, eigen opvattingen over delictanalyse en terugvalpreventie zijn op termijn mogelijke stressoren. Voor dit moment zijn zij in onvoldoende mate te relateren aan klinische en gestructureerde risicotaxatie. Hoewel er vanuit risicofactoren vanuit de voorgeschiedenis in principe uitgegaan moet worden van een verhoogd basisrisico op recidive, dient dit risico afgewogen te worden tegen positieve ontwikkelingen op het vlak van de persoonlijkheidsstoornis, verslavingsgevoeligheid en aanwezigheid van beschermende factoren. Bij beëindiging van de huidige maatregel wordt het recidiverisico van een geweldsdelict op de korte termijn als laag en op de langere termijn als laag tot matig ingeschat. Redelijkerwijs kan met bovenstaande overwegingen uitgegaan worden van een maatschappelijk aanvaardbaar risico op recidive.
(…)
Geadviseerd wordt tot algehele beëindiging van de TBS-maatregel. Onderzochte mag op basis van aangeleerde vaardigheden vanuit behandeling en aanwezige beschermende factoren redelijkerwijs in voldoende mate in staat geacht worden het gevaar op recidive van gewelddadig gedrag tijdig te onderkennen en tijdig af te wenden.’
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben klaar voor een beëindiging van de TBS-maatregel. Het gaat goed met mij.
De deskundige P.P.J.G. van Laarhoven, optredend namens de reclassering, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling aangebracht om de betrokken partijen nog eenmaal bij elkaar te krijgen om de beëindiging van de TBS-maatregel te bespreken. De terbeschikkinggestelde heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt en wel zodanig dat dit heeft geleid tot een maatschappelijk aanvaardbaar recidiverisico. Ik vorder thans afwijzing van de vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik verzoek de rechtbank de vordering van de officier van justitie af te wijzen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de reclassering en met het advies van de psychiater. Gelet op de hierin beschreven maatschappelijke aanvaardbaarheid van het recidiverisico en de positieve ontwikkeling die de terbeschikkinggestelde heeft doorgemaakt, met name door zijn eigen inzet en volharding, en gehoord de officier van justitie en de raadsman, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie ingediende vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling dient te worden afgewezen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
wijst af de vordering tot verlenging van de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.A. Buijs, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. S.J.W. Hermans, leden,
in tegenwoordigheid van M.J.H. Rijnbeek, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 maart 2015.