In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 maart 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden van een terbeschikkinggestelde, die in maart 2013 deze maatregel opgelegd kreeg vanwege mishandeling met voorbedachte rade van haar kinderen. De officier van justitie heeft op 11 februari 2015 verzocht om verlenging van de TBS met voorwaarden voor de duur van één jaar. Tijdens de openbare zitting zijn de terbeschikkinggestelde, haar raadsvrouwe, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde in de gelegenheid gesteld haar standpunt toe te lichten, waarbij zij aangaf dat zij een goede moeder wil zijn en dat zij bereid is om mee te werken aan de voorwaarden die aan haar TBS zijn verbonden.
De rechtbank heeft de beoordeling gebaseerd op verschillende rapporten, waaronder adviezen van de Reclassering en een psychiater. De Reclassering heeft geadviseerd om de TBS met voorwaarden met één jaar te verlengen, ondanks het lage recidiverisico, omdat de terbeschikkinggestelde nog niet op een stabiele vervolgplek is geplaatst. De psychiater heeft ook geadviseerd om de TBS te verlengen, gezien de noodzaak voor verdere diagnostiek en behandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en het advies van de deskundigen gevolgd en de TBS met voorwaarden met één jaar verlengd, met wijziging van de voorwaarden. De terbeschikkinggestelde moet onder andere meewerken aan een klinische behandeling en zich houden aan de aanwijzingen van de Reclassering.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De voorwaarden zijn aangepast en uitgebreid, waarbij de terbeschikkinggestelde zich moet houden aan diverse verplichtingen, waaronder het niet maken van strafbare feiten en het meewerken aan een ambulante behandeling na klinische opname. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren, en is uitgesproken ter openbare zitting.