ECLI:NL:RBOBR:2015:2161

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 april 2015
Publicatiedatum
14 april 2015
Zaaknummer
C/01/290112 / BP RK 15-162
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot goedkeuring koopovereenkomst en vaststelling executieveiling

Op 13 april 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een kort geding naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 18 februari 2015 was ingediend. Het verzoek was gericht op goedkeuring van een koopovereenkomst in het kader van een executieveiling. Verzoekster, een besloten vennootschap, had een recht van hypotheek gevestigd op bepaalde registergoederen ten gunste van verweerster, een naamloze vennootschap. Verweerster maakte bezwaar tegen de goedkeuring van de koopovereenkomst, wat leidde tot een mondelinge behandeling op 24 maart 2015. Tijdens deze zitting werd duidelijk dat de voorgestelde koopovereenkomst niet de gebruikelijke voorwaarden bevatte, zoals een bankgarantie, en dat er onvoldoende zekerheid was dat de koopprijs tijdig beschikbaar zou zijn voor de executieopbrengst. De voorzieningenrechter concludeerde dat de koopovereenkomst niet kon worden goedgekeurd en dat de prijs zou worden vastgesteld op de executieveiling. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en de datum voor de internetveiling vastgesteld op 21 mei 2015. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/290112 / BP RK 15-162
Beschikking van de voorzieningenrechter van 13 april 2015
Deze beschikking wordt gegeven naar aanleiding van een op 18 februari 2015 ter griffie van deze rechtbank ingediend verzoekschrift ingevolge artikel 3:268 lid 2 BW, dat exclusief bijlagen - in fotokopie aan deze beschikking is gehecht, van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te [woonplaats 1],
verzoekster,
advocaat mr. P.W.H. Stassen te Eindhoven,
tegen:
de naamloze vennootschap
[verweerster]
gevestigd te [woonplaats 2],
verweerster,
Advocaat mr E.E.W. Danen te Rosmalen.

1.Inleiding

1.1.
Bij brieven van 20 februari 2015 van de griffie van deze rechtbank aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 544 Rv, is medegedeeld dat voormeld verzoek van 18 februari 2015 is gedaan en dat zij, indien zij bezwaar hebben tegen goedkeuring van de in het verzoekschrift omschreven koopovereenkomst, dit binnen een week na laatstgenoemde datum schriftelijk dienen mee te delen en daarbij dienen te vermelden of zij hun bezwaar mondeling willen toelichten.
1.2.
Bij brief van 27 februari 2015 van mr. Danen is namens verweerster als hypotheekhouder medegedeeld dat zij bezwaar maakt tegen de goedkeuring van de voorgelegde koopovereenkomst. Van de overige belanghebbenden is geen bezwaar binnengekomen.
1.3.
Naar aanleiding van het verzoekschrift en het ingekomen bezwaar van verweerster heeft een mondelinge behandeling op 24 maart 2015 plaatsgevonden, alwaar mr. Stassen is verschenen voor verzoekster. Namens verweerster is verschenen mr. Danen. Alhoewel behoorlijk opgeroepen bij brieven van 5 maart 2015 zijn de overige belanghebbenden niet op voormelde zitting verschenen.
1.4.
Ter zitting is door mr. Stassen een nadere productie in het geding gebracht.
1.5.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter aanleiding gezien de beslissing voor één week aan te houden ten behoeve van verzoekster om overleg te voeren met de voorgestelde koper over de condities van de koopovereenkomst waarmee verweerster akkoord kan gaan.
1.6.
Nadien heeft mr. Danen de voorzieningenrechter per faxbericht van 31 maart 2015 bericht dat zij niet heeft mogen vernemen van verzoekster en dat zij persisteert bij haar verzoek tot afwijzing van de koopovereenkomst. Hierop heeft mr. Stassen eveneens bij faxbericht van 31 maart 2015 gereageerd en daarbij een bijlage overgelegd van de voorgestelde koper. Bij faxbericht van 9 april 2015 heeft mr. Danen hierop gereageerd.

2.Het verzoek

2.1.
Bij akte van hypotheek van 28 februari 2007 is door verweerster ten gunste van verzoekster een recht van hypotheek gevestigd op de hierna te noemen registergoederen:
  • het kantoorgebouw met parkeerplaatsen, ondergronds en toebehoren, staande en gelegen te [adres];
  • het vier/zestiende onverdeeld aandeel in het voor verkeersvoorzieningen (parkeerterrein) bestemde mandelige perceel, kadastraal bekend gemeente [adres];
  • het vier/tiende onverdeeld aandeel on het voor groenvoorzieningen bestemde gebied, kadastraal bekend gemeente [adres].
2.2.
Verzoekster is in verzuim voor wat betreft haar betalingsverplichtingen jegens verweerster als hypotheekhouder. Verweerster heeft de executieveiling aangezegd in die zin dat zij haar recht tot parate executie zal uitoefenen op de internetveiling van 26 februari 2015.
2.3.
Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van verlof als bedoeld in artikel 3:268 lid 2 BW, om de deze registergoederen onderhands te verkopen volgens de bij het verzoek gevoegde koopovereenkomst.

3.De beoordeling

3.1.
Omdat aan het faxbericht van mr. Stassen van 31 maart 2015 een productie was gehecht en het de voorzieningenrechter niet duidelijk was of deze brief verweerster aanleiding zou kunnen geven om haar standpunt te herzien, heeft de voorzieningenrechter mr. Danen in de gelegenheid gesteld op de genoemde brief met productie te reageren. Uit de brief van mr Danen van 9 april 2015 blijkt dat verweerster van mening blijft dat de koopovereenkomst niet zou moeten worden goedgekeurd en de voorzieningenrechter tevens de dag zal dienen te bepalen waarop de internetveiling zal plaatsvinden.
3.2.
De voorgestelde koopovereenkomst is niet tot stand gekomen, zoals gebruikelijk is, tussen de hypotheekhouder en de koper maar tussen de hypotheekgever en de koper. In de koopovereenkomst is niet bepaald dat de koper een bankgarantie dient te stellen dan wel een andere vorm van zekerheid dient te verschaffen. Mocht de koper niet (tijdig) de koopsom voldoen, dan kan de hypotheekhouder de koopovereenkomst niet ontbinden. Het ontbindingsrecht is wettelijk gekoppeld aan het zijn van contractspartij en kan niet worden gecedeerd. De voorgestelde cessie van het ontbindingsrecht biedt dan ook geen soelaas.
3.3.
Kort en goed bestaat onvoldoende zekerheid dat op korte termijn de koopprijs beschikbaar komt voor degenen die recht hebben op de executieopbrengst. Los daarvan is van belang dat de verkoper op grond van art. 7:19 BW slechts instaat voor hem bekende lasten en beperkingen. In de koopovereenkomst die ter goedkeuring is voorgelegd zijn garanties en andere verplichtingen voor de verkoper opgenomen die er mogelijk toe leiden dat de koopovereenkomst niet dan wel niet op korte termijn kan worden afgewikkeld.
3.4.
Het voorgaande leidt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat de voorgelegde koopovereenkomst niet kan worden goedgekeurd. In dit geval zal de prijs worden vastgesteld overeenkomstig de wettelijke hoofdregel, dus op de executieveiling.
3.5.
Gelet op artikel 548, lid 4, Rv zal de voorzieningenrechter, als hierna te melden, de dag bepalen waarop de internetveiling zal plaatsvinden.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst het verzoek af;
4.2.
bepaalt de dag waarop de internetveiling zal plaatsvinden op 21 mei 2015;
4.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2015.