ECLI:NL:RBOBR:2015:2182

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht

Parketnummer: 01/045056-00 Uitspraakdatum: 01 april 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1961],

verblijvende [kliniek]

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 27 juni 2001 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 25 april 2014, met een jaar verlengd.

De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank d.d. 23 februari 2015 en mondeling aangevuld ter terechtzitting van 1 april 2015, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar, alsmede tot een voorwaardelijk einde van de verpleging van overheidswege.

Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 april 2015.

Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundigen en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.

In het dossier bevinden zich onder andere:

Het rapport van de reclassering van 22 maart 2015;
het advies van mw. drs. Y. Noorlander, hoofd behandeling en bedrijfsvoering, GZ-psycholoog; D. van Meer, psychiater; mw. drs. B. Koudstaal, manager behandeling en bedrijfsvoering, en drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 28 januari 2015;
de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde;

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake ontucht plegen (mede bestaande uit seksueel binnendringen) met minderjarigen, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen, of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:

Gezien de aanwezige psychopathologie blijft er een risico op het stapelen van frustraties, middelengebruik en promiscue seksueel gedrag. [terbeschikkinggestelde] heeft gedurende zijn behandeling een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt, maar zijn neiging tot een passieve

copingstijl en het beperkte empathisch vermogen tonen ook de kwetsbaarheid van aangeleerde vaardigheden aan. Het verder opbouwen en bestendigen van stabiliteit in functioneren in een situatie van toegenomen zelfstandigheid en verantwoordelijkheid is van

groot belang voor het risicomanagement op de lange termijn. Gezien de aanwezige risicofactoren is juist in deze fase van het traject van [terbeschikkinggestelde] de noodzaak

van toezicht en ondersteuning aanwezig. [terbeschikkinggestelde] kan zich op vriendelijke wijze presenteren, maar op basis van zijn beperkte probleeminzicht kunnen spanningen oplopen. In een situatie waarin [terbeschikkinggestelde] zich maximaal aanpast aan zijn omgeving, waardoor

spanningen toenemen, neemt het risico op recidive in seksueel delictgedrag aanzienlijk toe. Een bestendiging van stabiliteit op het gebied van zijn steunend netwerk en een verdere ontwikkeling van probleeminzicht blijven dan ook belangrijke punten van aandacht in

de begeleiding en behandeling van [terbeschikkinggestelde]. De combinatie van risicofactoren maakt dat een stevig extern vangnet van forensisch toezicht en begeleiding nog is aangewezen. Aangezien de risico's op de lange termijn gelegen zijn, [terbeschikkinggestelde] een hoge mate van

zelfstandigheid aankan en een goede inzet heeft voor de behandeling, wordt een overgang naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging verantwoord geacht. Belangrijke voorwaarden binnen deze vervolgstap in het traject zijn het toezicht van de reclassering, behandeling op een polikliniek en de aanwezigheid van een (professioneel) steunend netwerk (COSA).

De staf van de [kliniek] adviseert de terbeschikkingstelling met een jaar te verlenging en daarbij de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. Met de reclassering is afgesproken dat zij ter zitting een maatregelrapport gereed heeft.

De terbeschikkinggestelde verklaart:

Het gaat goed met mij. Ik heb een woning toegewezen gekregen, die op mijn naam komt te staan. Er waren spanningen tussen mij en mijn partner, maar die zijn nu weg. Ik drink minder en als daar aanleiding toe is, bezoek ik de AA-bijeenkomsten. Ik wil zoveel mogelijk het risico verminderen dat ik in de fout ga. Ik neem deel aan het COSA-project. Ik wilde dat zelf. Toen het indexdelict op mijn werkplek bekend werd, werd het daar erg benauwd voor mij. In de maand augustus van het vorige jaar heb ik werk gevonden op een andere locatie ([locatie1]). Ik ben mij bewust van de gevaren en risico’s bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Ik zal mij niet buiten de landgrenzen begeven. Ik heb daar geen behoefte aan. Ik ga akkoord met de voorwaarden voor voorwaardelijke beëindiging van de verpleging zoals de reclassering die heeft geadviseerd.

De deskundige mevrouw B. Koudstaal, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:

De inrichting is het eens met het advies van de reclassering in haar rapport van 22 maart 2015, waaronder de geformuleerde voorwaarden.

In een van de voorwaarden wordt de uitdrukking “kinderrijke omgeving” gebruikt. De inrichting vindt dat er bijvoorbeeld een risico zou zijn ten aanzien van de kinderen van iemand waar betrokkene een relatie mee heeft, maar niet ten aanzien van een school op afstand gelegen.

In voornoemd advies van de reclassering is onder meer het navolgende gesteld:

Inschatting recidiverisico

Het recidiverisico wordt door de reclassering bij gebruikmaking van het recidiverisicotaxatie instrument RISc ingeschat als ‘laag / gemiddeld’. Gebruikmaking van het risicotaxatie instrument STATIC99 geeft een ‘gemiddeld tot hoog’ risico op seksueel gewelddadige recidive aan.

Voor wat betreft begeleiding en toezicht door de reclassering zijn wij van mening dat de

meest verantwoorde wijze van invulling van het toezicht een Forensisch Psychiatrisch Toezicht (hierna: FPT) is. Hierbij moeten voorwaarden en aanwijzingen worden afgesproken waar betrokkene zich gedurende de periode van toezicht aan dient te houden (zie hieronder). De huidige begeleiding door het Extramurale Forensische Team van [locatie2] kan gefaseerd verder worden afgebouwd en de reclassering zal een prominentere rol gaan spelen in het verdere resocialisatieproces. Wij geven er de voorkeur aan om binnen onze begeleiding samen te blijven werken met het Extramuraal Forensisch Team van [locatie2] zoals dat binnen het huidige proefverlof ook al aan de orde is.

Geadviseerd wordt om de TBS-maatregel voorwaardelijk te beëindigen.

Mocht de rechtbank tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met FPT besluiten, dan adviseert de reclassering hier de onderstaande voorwaarden aan te verbinden:

• Betrokkene houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door

Reclassering Nederland;

• Betrokkene houdt zich aan de meldplicht;

• Betrokkene werkt mee aan FPT; ook indien dit betekent

een time-out opname in [kliniek] of een soortgelijke instelling van maximaal

twee keer een periode van zeven weken;

• Betrokkene zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering;

• Betrokkene laat zich behandelen door een Forensisch Psychiatrische Polikliniek, zoals Het

Dok of een soortgelijke instelling, en houdt zich aan de aanwijzingen en afspraken van

zijn behandelaar, voor zolang zijn behandelaar dat nodig acht;

• Betrokkene onthoudt zich van alcohol- en middelengebruik en laat zich hierop controleren via urinecontroles en blaastests door een F-RIBW of een forensisch psychiatrische (poli)kliniek of de reclassering. Bij een terugval in middelengebruik wordt tussen de reclassering en de kliniek overlegd welke vervolgactie hierop zal plaatsvinden;

• Betrokkene zal geen contact zoeken en/of onderhouden met minderjarige kinderen en

zich niet begeven in besloten ruimten waar zich minderjarigen bevinden zonder toezicht

van een volwassene. Hij zal geen minderjarigen ontvangen in zijn huis en zich niet

ophouden in kinderrijke omgevingen;

• Betrokkene verleent desgevraagd zijn medewerking aan het steekproefsgewijs laten controleren van digitale gegevensdragers op kinderporno en/of seksueel getinte contacten met minderjarigen. De reclassering bepaalt in welke gevallen, op welke manier, door wie en wanneer de controle plaatsvindt;

• Betrokkene stelt zich naar behandelaars en begeleiders coöperatief op en geeft openheid van zaken ten aanzien van alle leefgebieden, ook indien dit betekent het inzichtelijk maken van zijn financiën en relaties;

• Betrokkene zet zich in om zijn huidige zinvolle dagbesteding te behouden. Indien

betrokkene niet (meer) over een zinvolle dagbesteding beschikt, zal hij zich

inspannen passende dagbesteding in de zin van vrijwilligerswerk of betaalde arbeid te

vinden;

• Betrokkene zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking

verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken, of een identiteitsbewijs als

bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;

• Betrokkene zal medewerking verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het

verstrekken van informatie, zoals bedoeld in het kader van het landelijk opgestelde

opsporingsbeleid ten aanzien van TBS-gestelden;

• Betrokkene geeft toestemming referenten te raadplegen;

• Betrokkene begeeft zich niet buiten de Nederlandse grenzen;

• Betrokkene onthoudt zich van het plegen van strafbare feiten.

De deskundige de heer E.M. Blokland, reclasseringswerker, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:

De passage “kinderrijke omgevingen” in een van onze voorwaarden heeft er mee te maken dat wij betrokkene bewust willen maken van het feit dat hij zich daar verre van moet houden. De reclassering wil deze passage in de voorwaarde behouden ter geruststelling van onze partners, zoals de politie (wijkagent).

De officier van justitie voert het woord:

Ik verzoek de rechtbank de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen en de dwangverpleging onder voorwaarden te beëindigen zoals door de reclassering is geadviseerd.

De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft onder meer aangevoerd:

Betrokkene heeft in het verleden veel tegenslagen gehad, maar nu gaat het beter. Hij heeft een uitkering en hij heeft werk. Verder zijn de problemen met zijn partner opgelost en heeft hij een woning gekregen. Betrokkene is het eens met de door de reclassering geadviseerde voorwaarden voor de beëindiging van de verpleging. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het advies van de inrichting en de reclassering.

De verdediging verzoekt de rechtbank om vandaag uitspraak te doen.

De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en het advies van de reclassering, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundigen.

De rechtbank heeft voorts het verzoek van de ter beschikking gestelde tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gehoord.

Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemenen veiligheid van personen of goederen de verlenging van de ter beschikkingstelling eist.

Gelet op al het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk dient te worden beëindigd.

De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard tot naleving van na te melden voorwaarden.

Gezien de artikelen: 38, 38a, 38d, 38g van het Wetboek van Strafrecht.

DE BESLISSING

Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.

Beëindigt voorwaardelijk de verpleging van overheidswege.

Stelt daarbij tevens als voorwaarden:

• Betrokkene houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Arrondissementaal Secretariaat van de Reclassering, Eekbrouwersweg 6 te 's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht.

hem te geven door Reclassering Nederland;