In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 14 april 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een chronisch zieke eiseres en de stichting Fokus Exploitatie. De eiseres, die afhankelijk is van ADL-assistentie, vorderde een verbod op de opzegging van haar zorgovereenkomst door Fokus, die deze had opgezegd op grond van gewichtige redenen. Fokus stelde dat eiseres niet voldoende meewerkte aan het inwerken van nieuwe ADL-assistenten, wat leidde tot een risicovolle situatie van onverantwoorde zorg. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overeenkomst tussen eiseres en Fokus als een geneeskundige behandelingsovereenkomst moet worden beschouwd, en dat Fokus de overeenkomst alleen kan opzeggen als er daadwerkelijk gewichtige redenen zijn. De voorzieningenrechter was niet overtuigd dat de bodemrechter zou oordelen dat er sprake was van gewichtige redenen voor de opzegging. Daarom werden de vorderingen van eiseres toegewezen, en werd Fokus verboden om uitvoering te geven aan de opzegging en werd zij verplicht om de ADL-assistentie aan eiseres te continueren. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval Fokus niet aan deze veroordelingen voldeed. De proceskosten werden aan de zijde van eiseres begroot op € 988,19.