ECLI:NL:RBOBR:2015:2846

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 mei 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
01/845468-08
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing inzake de vordering tot verlenging terbeschikkingstelling na overlijden terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 1 mei 2015 uitspraak gedaan over de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld bij vonnis van 24 maart 2009 en wiens terbeschikkingstelling voor het laatst was verlengd op 2 mei 2013, recentelijk is overleden. De officier van justitie heeft op 4 maart 2015 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Deze vordering is behandeld tijdens een openbare terechtzitting op 1 mei 2015, waar de officier van justitie heeft meegedeeld dat de terbeschikkinggestelde is overleden in de nacht van 27 op 28 april 2015. Gezien het overlijden van de terbeschikkinggestelde heeft de rechtbank geoordeeld dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft de beslissing genomen om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering, wat betekent dat de vordering niet verder in behandeling wordt genomen. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. A.M. Kooijmans-de Kort en de leden mr. S.J.W. Hermans en mr. W.T.A.M. Verheggen, in aanwezigheid van griffier L.D. Wittenberg. Mr. W.T.A.M. Verheggen was niet in staat om de beschikking mede te ondertekenen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845468-08
Uitspraakdatum: 1 mei 2015

Beslissing inzake de vordering tot verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
laatstelijk verblijvende in [kliniek1]

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 24 maart 2009 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 2 mei 2013 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 4 maart 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 mei 2015.
Hierbij is de officier van justitie gehoord.
De officier van justitie deelt mede dat betrokkene is overleden. Om die reden is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.

De beoordeling.

De rechtbank zal, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering vanwege het overlijden van betrokkene in de nacht van 27 op 28 april 2015.

DE BESLISSING

De rechtbank:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde].
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 mei 2015.
Mr. W.T.A.M,. Verheggen voornoemd is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.