ECLI:NL:RBOBR:2015:2847

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
01/825598-10
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een zwakbegaafde man met autistische stoornis na brandstichtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 mei 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 32-jarige man, die ter beschikking was gesteld na meermalen brandstichting. De man, die lijdt aan een stoornis in het autistisch spectrum (PDD-NOS) en zwakbegaafd is, werd ter beschikking gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 21 december 2012. De officier van justitie heeft op 23 maart 2015 verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, wat op 1 mei 2015 ter openbare terechtzitting is behandeld. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouwe, de officier van justitie en deskundigen gehoord.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de ernst van de delicten en de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde. Het advies van de hoofdbehandeling en de psychiater benadrukte dat de man nog steeds een risico vormt voor de samenleving, gezien zijn beperkte copingvaardigheden en de invloed van zijn autistische stoornis. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en dat er geen aanleiding was om de termijn met minder dan twee jaar te verlengen. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsvrouwe om de terbeschikkingstelling met maximaal een jaar te verlengen afgewezen.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de terbeschikkingstelling van de man met twee jaar te verlengen, waarbij de nadruk lag op de noodzaak van behandeling en begeleiding in een veilige omgeving. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825598-10
Uitspraakdatum: 13 mei 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op[geboortedatum]
verblijvende in [kliniek1]

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 december 2012 is betrokkene ter beschikking gesteld. De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 23 maart 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 mei 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [hoofd behandeling], Hoofd Behandeling, [psychiater], psychiater [hoofd inrichting], plv. hoofd van de inrichting hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 3 maart 2015;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van meermalen brand stichten (levensgevaar/goederen), terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene Is een 32-jarige, zwakbegaafde man met een stoornis in het autistisch spectrum (PDDNOS). Met deze chronische beperkingen en de verwaarlozende opgroei ontwikkelde hij zich tot een persoon met uiterst weinig eigenheid, zeer beperkte copingvaardigheden en grote beïnvloedbaarheid. Vanuit deze complexe problematiek pleegde hij de brandstichtingen met zijn partner. De stoornissen zijn nog onmiskenbaar aanwezig in de klinische setting. Daar deze problematiek nog niet voldoende is behandeld dan wel gepaste opgevangen in een externe structuur in de maatschappij is er nog sprake van recidivegevaar.
Betrokkene is op 30-05-2013 opgenomen in [kliniek1] op een afdeling voor verstandelijk beperkten. Hij heeft de diagnostische fase doorlopen en neemt deel aan het behandelaanbod waaronder een psycho-educatie module over autisme en delictanalyse gesprekken en vaardigheidstrainingen. Accent ligt op het vergroten van copingvaardigheden met de beperkingen vanuit de PDD-NOS. Sinds kort, december 2014, heeft betrokkene de mogelijkheid tot begeleid verlof. We verwachten dat verlof ondersteunend zal zijn voor de intramurale behandeling. Gelet op eerdere ervaringen zal betrokkene in de toekomst beschermd begeleid kunnen wonen met 24 uurszorg binnen de LVB sector en binnen een forensisch kader.
Betrokkene pleegde de delicten in een fase waarin er begeleiding beschikbaar was maar hij kon zich, samen met zijn mededader, daaraan onttrekken en zijn eigen gang gaan. Slechts met stevig ingrijpen werd het patroon van brandstichtingen en van stuurloze deraillering doorbroken. Zowel uit dossier als in de kliniek komt naar voren dat betrokkene slechts door externe druk en motivering zijn situatie tracht te veranderen. Zonder expliciete forensische druk is de kans groot dat betrokkene afhaakt. Met de opname in de kleine, verplichtende en overzichtelijke behandelsetting komt betrokkene tot een ontwikkeling. Op termijn zal een forensisch kader in een begeleide woonsituatie de optimale omgeving voor hem zijn, momenteel is deze niet verantwoord daar betrokkene nog te stuurloos en beïnvloedbaar is en niet beschikt over probleem besef.
Namens het behandelteam adviseren wij u de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met 2 jaar en continuering van de verpleging van overheidswege.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik vind een verlenging van de terbeschikkingstelling onzin. Ik ben het wel eens met de diagnose. Ik ben nu goed bezig. Ik volg therapieën. De therapie inzake middelenanalyse vind ik niet nodig. Die therapie is ook vaak niet doorgegaan. Ik ben inmiddels gewend aan [kliniek1]
Ik gebruik geen drugs. Als ik geld tegoed had van de kliniek in verband met werk, kwam dat vaak te laat of ik moest er om vragen. Ik werk nu in de bibliotheek. Ik krijg daar een salaris voor. Op de groep gaat het wel goed. Af en toe is het wel rumoerig. Ik heb een zoontje die ik een keer per zes weken zie. Ik ben een keer op verlof geweest. Ik wil begeleid wonen maar het duurt allemaal te lang. Ik zal mijn ex-vriendin, als ik buiten de kliniek kom, niet bewust opzoeken.
De deskundige [deskundige], optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Problemen met betrekking tot praktische zaken zoals het salaris van betrokkene zijn lastig op te lossen vanwege zijn autisme. We raken daardoor weleens in een patstelling.
De kliniek is best tevreden over betrokkene in acht genomen het feit dat het thans pas de 1e verlenging betreft van de terbeschikkingstelling. Uiteindelijk zal de behandeling van betrokkene uitmonden in beschermd / begeleid wonen.
De beïnvloedbaarheid van betrokkene en zijn inadequate coping vaardigheden kunnen leiden tot nieuwe strafbare feiten zoals bijvoorbeeld brandstichting.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Betrokkene zet wel stapjes in de goede richting maar hij heeft nog niet voldoende vaardigheden opgedaan om te kunnen denken aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het recidivegevaar is nog steeds aanwezig.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik verzoek de rechtbank de terbeschikkingstelling met maximaal een jaar ter verlengen in combinatie met een onderzoek naar de mogelijkheden om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank ziet geen aanknopingspunten, gelet op de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting, om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen en een beslissing omtrent de verpleging aan te houden teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken. De rechtbank wijst derhalve het verzoek van de raadsvrouwe af.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 mei 2015.
Mr. W.T.A.M. Verheggen voornoemd is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.