ECLI:NL:RBOBR:2015:2848

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
01/825548-10
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na poging tot doodslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 mei 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De terbeschikkingstelling was ingegaan op 23 april 2013, na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 19 maart 2012. De officier van justitie had op 16 maart 2015 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke vordering op 1 mei 2015 ter openbare terechtzitting werd behandeld. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een ernstige persoonlijkheidsstoornis, specifiek een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. De deskundigen hebben aangegeven dat de behandeling nog onvoldoende effect heeft gehad en dat er een risico bestaat op terugval in crimineel gedrag. De rechtbank heeft de noodzaak van een gestructureerde behandeling binnen een gesloten setting benadrukt, waarbij de terbeschikkinggestelde moet werken aan een terugvalpreventieplan.

De terbeschikkinggestelde heeft zich verzet tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling en heeft zijn onvrede geuit over de behandeling en de gang van zaken. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om de beslissing omtrent de verpleging aan te houden afgewezen, omdat het rapport van de kliniek onvoldoende aanknopingspunten bood voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825548-10
Uitspraakdatum: 13 mei 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde]

geboren te[geboorteplaats]) op [geboortedatum]
verblijvende in [kliniek1]

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 maart 2012 is betrokkene ter beschikking gesteld. Op 23 april 2013 is de tbs-maatregel ingegaan. De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 16 maart 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 mei 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [hoofd behandeling] Hoofd Behandeling, [psychiater], psychiater en [directeur] directeur Behandeling en Zorg, plv. hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 23 februari 2015;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Er is nog steeds sprake van een ernstige persoonlijkheidsstoornis in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. Deze stoornis is nog onvoldoende bewerkt in de behandeling. Het gevaar van verlies van structuur, terugvallen in crimineel gedrag en middelengebruik met in het verlengde daarvan problemen in de relatie met zijn partner en kinderen zijn nog zeker aanwezig. Het is van belang in dit kader dat betrokkene de delict keten modules gaat volgen en komt tot het opstellen van een terugvalpreventieplan. Er zal daarbij aandacht moeten zijn voor een analyse van het middelengebruik bij betrokkene. Op korte termijn zal er begeleid verlof worden aangevraagd voor betrokkene. De intentie is om betrokkene gedurende deze periode over te plaatsen naar een regulier gesloten behandelafdeling.
Het is van belang dat betrokkene zijn behandeling voorlopig continueert binnen het kader van een gesloten behandelafdeling. De structuur en de behandelintensiteit zijn noodzakelijk tot meer inzicht bij betrokkene in zijn persoonlijkheid problematiek te komen en om de terugkeer van betrokkene{die een zeer geleidelijke zal moeten zijn} vorm te geven. Een en ander zal alleen kunnen plaatsvinden binnen een gedwongen juridisch kader van een terbeschikkingstellingsmaatregel met dwangverpleging.
Het advies is om de TBS maatregel met 2 jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben het niet eens met de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Ik wil naar huis. Het gebruik van alcohol heeft niets met de godsdienst te maken. Ik maak geen misbruik van medicijnen. Ik vraag mij af waarom het aanvragen van verlof wordt opgerekt. Ik snap dat niet. Hetgeen ik zeg wordt telkens op een andere manier opgeschreven. Men neemt mij niet serieus. Ik ontken de strafbare feiten waarvoor ik ben veroordeeld. Dat is de reden waarom ik niet meewerk. Ik houd niet van onrecht.
De deskundige [deskundige], optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het begeleid verlof is intern goedgekeurd, nu moet de toetsingscommissie nog toestemming verlenen. De delicten hebben plaatsgevonden binnen de partnerrelatie. Ik weet niet of de toetsingscommissie vindt of verlof te managen valt. De kliniek vindt van wel.
De risico-analyse hangt erg samen met het indexdelict, en ook vermogensdelicten.
De contacten van betrokkene met de kinderen en zijn vrouw lopen goed. Het is ook mogelijk te toetsen zonder verlof, bijvoorbeeld door ontmoetingen in de kliniek. Verder wordt er vooruitgang geboekt op het gebied van sociotherapie en dagbesteding.
Als betrokkene behandeling blijft weigeren, dan loopt deze vast. De kliniek zal blijven investeren in het resocialiseren van betrokkene. Als hij blijft weigeren mee te werken aan behandeling, wordt gezocht naar overeenstemming over de randvoorwaarden waarbinnen vrijheden kunnen worden uitgebreid. Hierbij hoort een terugvalpreventieplan.
De raadsman wijst op hetgeen staat vermeld op pagina 14, laatste zin, van het rapport van de kliniek:
“Het is de verwachting dat als beiden zich begeleidbaar blijven opstellen dat we risico’s kunnen managen. We zullen dit blijven toetsen”.
De kliniek heeft met deze zinsnede willen zeggen dat beiden (betrokkene en zijn partner) zich blijvend begeleidbaar moeten opstellen. De raadsman wijst voorts op hetgeen staat vermeld op pagina 15 onder 8.4:
“Er bestaat overeenstemming over het gedeelte van de koers die uiteindelijk moet leiden tot het verenigen van betrokkene met zijn partner. Er bestaat geen overeenstemming over het tempo en de stappen die daarin zouden moeten worden ondernomen”.
De kliniek heeft bedoeld te zeggen dat er enkel overeenstemming is met betrekking tot het eindresultaat van het traject.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Door de opstelling van betrokkene is er geen vooruitgang geboekt in de behandeling.
Niets zeggen zal betrokkene geen vrijheid brengen. Er moet nog veel gebeuren, onder andere zal er vorm moeten worden gegeven aan de behandeling.
Ik persisteer bij mijn vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik wil de partner van betrokkene vandaag niet als getuige horen, ook al had ik dat voorafgaand aan de zitting gemeld. Destijds zijn er geen slachtoffers gevallen. Er bestaat thans een liefdevolle relatie tussen betrokkene, zijn partner en de kinderen. De partner en de kinderen bezoeken hem iedere week. De partner wordt verteerd door schuldgevoelens. Een terbeschikkingstelling met dwangverpleging is in deze zaak niet de meest rechtvaardige oplossing. Betrokkene staat open voor behandeling maar niet intramuraal. Gelet op de opstelling van betrokkene zou de behandeling nog lang kunnen duren. Het zou beter zijn als de reclassering betrokkene en zijn partner begeleidt, anders zal er over twee jaar nog niet veel veranderd zijn.
Derhalve verzoek ik de rechtbank de terbeschikkingstelling te verlengen met maximaal een jaar en voorts de beslissing met betrekking tot de verpleging aan te houden teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken. Een van de voorwaarden zou kunnen zijn dat betrokkene geplaatst wordt in een FPA.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank wijst af het verzoek van de raadsman om de beslissing omtrent de verpleging aan te houden teneinde de mogelijkheden te onderzoeken van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, omdat het rapport van de kliniek daartoe onvoldoende aanknopingspunten biedt.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. A. M. Kooijmans-de Kort en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 mei 2015.
Mr. W.T.A.M. Verheggen voornoemd is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.