Laco heeft vervolgens bij antwoord de vorderingen van de Verenigingen bestreden. Ze heeft daarbij tevens een eis in reconventie ingediend, welke eis luidt dat de kantonrechter:
A (betreft de conventie, kantonrechter)
B Zal verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomsten, huurovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn, welke steeds zijn geëindigd door het verlaten van de sportaccommodaties door de Verenigingen en hun leden en dat van stilzwijgende verlenging geen sprake is;
C Zal verklaren voor recht dat de huurovereenkomsten tussen Laco en de Verenigingen in elk geval eindigen per 1 augustus 2015 en dat aan de Verenigingen geen ontruimingsbescherming toekomt;
D De huurprijs voor de Verenigingen voor het gebruik van de accommodaties voor de periode 1 januari 2015 tot 1 augustus 2015 zal vaststellen op, althans zal bepalen althans zal verklaren voor recht dat Laco gerechtigd is die huurprijs in rekening te brengen en dat de Verenigingen die huurprijs verschuldigd zijn:
€ 36.794,50 voor de Dommelbaarzen;
€ 3.464,50 voor BC Vught;
€ 14.157,50 voor Octopus;
en daarbij tevens zal bepalen dat ieder der verenigingen aan Laco de volledige huurprijs dient te voldoen binnen 15 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis met bepaling dat de Verenigingen aan Laco over de huurprijsverhoging ad respectievelijk € 11.528,94 voor de Dommelbaarzen, € 1.085,54 voor BC Vught en
€ 4.436,00 voor Octopus de wettelijke (handels)rente verschuldigd zullen zijn vanaf de vervaldatum van het evenredige gedeelte van de huurprijs, zijnde respectievelijk 1 januari 2015, 1 maart 2015 en 1 mei 2015 tot aan de datum der algehele voldoening, althans te bepalen dat de Verenigingen aan Laco de wettelijke (handels)rente over die verhoging verschuldigd zijn vanaf de datum van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de datum der algehele voldoening;
E Tevens voorwaardelijk subsidiair, voor zover de huur c.q. het gebruik van Ouwerk vanaf 1 september 2015 door de Verenigingen wordt voortgezet, zal verklaren voor recht dat het Laco vrij staat een zodanige huurprijs te bedingen dat zij daarmee een sluitende exploitatie kan voeren, welke huurprijs in concreto neer komt op een prijsverhoging van 100% ten opzichte van de voor het seizoen 2013/2014 gehanteerde prijzen;
F De Verenigingen zal veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten.