Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 14 november 2014 met 8 producties
- de brief van mr. Horsting d.d. 22 december 2014 met incidentele conclusie houdende vordering tot tussenkomst althans voeging ex art. 271 Rv.
- de brief van mr. Peters d.d. 31 december 2014 met 3 producties
- de brief van mr. Van Stigt Thans d.d. 31 december 2014 met productie 9
- de brief van mr. Peters d.d. 7 januari 2015 met producties 4 tot en met 6
- de brief van mr. Horsting d.d. 7 januari 2015 met conclusie van eis (na tussenkomst)
- de e-mail van mr. Van Stigt Thans d.d. 8 januari 2015 18:14 uur met producties 10 tot en met 12
- de mondelinge behandeling op 9 januari 2014
- de pleitaantekeningen van mr. Van Stigt Thans
- de pleitnotities van mr. Peters
- de pleitaantekeningen van mr. Horsting
- bij brief van 13 januari 2015 heeft mr. Peters een akte houdende uitlating producties in het geding gebracht.
2.De feiten
geenafbreuk doen aan de plattegronden van de
3.Het geschil
4.De beoordeling in het incident
5.De beoordeling in de hoofdzaak
816,00