ECLI:NL:RBOBR:2015:3466
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Witwassen van een geldbedrag van € 16.500 op Eindhoven Airport
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte werd ervan beschuldigd op 4 februari 2012 op Eindhoven Airport een geldbedrag van € 16.500 voorhanden te hebben gehad, terwijl hij wist dat dit geld afkomstig was uit een misdrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte, die een werknemer van de verdachte was, op het moment van de aanhouding in het bezit waren van dit geldbedrag. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte als ongeloofwaardig beoordeeld, omdat zij op belangrijke punten van elkaar verschilden en de verklaringen niet konden worden onderbouwd met verifieerbare informatie.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte geen concrete en verifieerbare verklaring heeft gegeven over de herkomst van het geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het geld, dat in coupures van € 200, € 100 en € 50 was aangetroffen, vermoedelijk afkomstig was uit een misdrijf. De verdachte is eerder veroordeeld voor een opiumwetdelict, wat de verdenking van witwassen versterkte. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van witwassen en heeft een gevangenisstraf van vier weken opgelegd, zoals geëist door de officier van justitie. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.