De GGD voert daartegen, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
De GGD is op grond van de Aanbestedingswet niet verplicht de Eigen Verklaring van inschrijvers op juistheid te controleren. HR heeft niet aannemelijk gemaakt dat Excellus niet aan de gestelde geschiktheids(eisen) voldoet. De geschiktheidseis die door de RAV was gesteld komt niet overeen met de door de GGD gestelde geschiktheidseis.
De GGD heeft geheel onverplicht toch getoetst of Excellus aan de geschiktheidseisen voldoet aan de hand van de jaarrekeningen over 2013 en 2014. Die jaarrekeningen zijn door een accountant opgesteld en bevatten geen cotinuïteitsparagraaf. Excellus beschikte ten tijde van de inschrijving ook al over de vastgestelde jaarrekening over 2013 zodat zij ook kon verklaren dat zij aan de vierde deeleis voldoet. De toetsing door de GGD leidt tot de conclusie dat Excellus aan de gestelde eisen voldoet.
Bij het berekenen van de solvabiliteitsratio van Excellus heeft de GGD rekening gehouden met de lening van de moedermaatschappij van Excellus. Het betreft feitelijk eigen vermogen van Excellus. Voor zover HR van mening is dat de GGD een andere ratio had moeten hanteren, dan heeft te gelden dat HR ter zake haar rechten heeft verwerkt, nu daarover destijds geen vragen zijn gesteld. De solvabiliteitsratio van Excellus in 2014 is goed en is sterk gestegen ten opzichte van 2013.
De eerste twee geschiktheidseisen moeten in onderlinge samenhang worden bezien. Omdat bij de eerste deeleis de solvabiliteit is beoordeeld, is bij de tweede deeleis gekeken naar de current ratio van Excellus. Die bleek ook voldoende.
Voor zover de voorzieningenrechter zou oordelen dat de inschrijving van Excellus ongeldig is, dan is de primaire vordering van HR onder 3 niet toewijsbaar omdat de GGD eerst de afweging dient te maken of zij de inschrijving van HR wil verifiëren.
De gevorderde termijn van 14 dagen is niet toewijsbaar omdat het aan de GGD is om te bepalen op elke termijn zij een nieuwe gunningsbeslissing wil nemen.
Onduidelijk is wat de grondslag is van de subsidiaire vordering onder 2. In elk geval geeft artikel 843a Rv geen recht op afgifte van de gevorderde stukken. Bovendien zo HR daarmee volledig inzage krijgen in de financiële huishouding van een concurrent.
De GGD heeft al onverplicht de publicatiestukken van de jaarrekening over 2013 van Excellus aan HR verstrekt. De volledige jaarrekening bevat bedrijfsvertrouwelijke informatie zodat het vetrekken ervan in strijd is met artikel 2.104 sub c Aanbestedingswet.
Een dwangsom is niet nodig omdat de GGD toezegt het vonnis te zullen naleven.