In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
In het afgelopen jaar heeft de heer [terbeschikkinggestelde] zijn onbegeleide verloven opgebouwd en is in oktober jl. overgeplaatst naar De Blink. Hoewel de heer [terbeschikkinggestelde] in eerste instantie teleurgesteld was, omdat hij ruim een jaar later naar De Blink is overgeplaatst dan oorspronkelijk gepland (wegens aanhouden onbegeleid verlof door AVT om een second opinion te doen en vervolgens het advies om eerst te starten met onbegeleid verlof) geeft
hij aan terugkijkend nu toch meer voorbereid en met meer zelfvertrouwen naar De Blink te zijn gegaan dan een jaar geleden het geval zou zijn geweest. De heer [terbeschikkinggestelde] is de afgelopen periode meer ontspannen geworden in zijn rigide gedrag. Hij is toegankelijk naar het behandelteam en stelt zich open en gemotiveerd op. Er is sprake van een goede samenwerkingsrelatie met het behandelteam. Ook op De Blink bouwt hij een goede samenwerking op, maar het kost tijd. Dat hij nog een nacht per week in het FPC logeert en contacten met behandelteam Robijn onderhoudt biedt een goed vangnet, terwijl hij zich vertrouwd gaat voelen met het behandelteam van De Blink. De heer [terbeschikkinggestelde] werkt bij horecabedrijf het Zalmhuis te Rotterdam. Dit verloopt goed, waarbij hij teleurstellingen binnen zijn werk goed kan incasseren en bespreken. Er wordt momenteel gesproken over de mogelijkheden van een betaalde baan bij het Zalmhuis en scholing
(…).
Voor de toekomst geldt dat er, wanneer de TBS van de heer [terbeschikkinggestelde] nu beëindigd zou worden, een bovengemiddeld aantal risicofactoren naar voren komt. Indien de heer [terbeschikkinggestelde] het resocialisatietraject blijft volgen is er een beneden gemiddeld aantal risicofactoren aan te wijzen. Wanneer de heer [terbeschikkinggestelde] er alleen voor zou komen te staan zijn materiële zaken als huisvesting en financiën niet inzichtelijk. Bij resocialisatie zijn
deze wel geregeld. Tevens kan de heer [terbeschikkinggestelde] bij zijn huidige werkgever in vast dienstverband gaan werken. Op de langere termijn zouden er wel problemen op kunnen treden in het vasthouden van werk (gezien het verleden) en het vinden van de balans tussen draagkracht en draaglast. De heer [terbeschikkinggestelde] is intellectueel en sociaal redelijk vaardig, maar zijn copingvaardigheden en affectregulatie schieten nog tekort. Op langere termijn kunnen er problemen ontstaan wanneer hij te maken krijgt met teleurstellingen en tegenslagen. Ook bestaat het risico op isolement daar de heer [terbeschikkinggestelde] moeite heeft met
nabijheid. De aanwezigheid van een professioneel netwerk staat gelijk aan de aanwezigheid van zorg en ondersteuning. Het vertrouwen in een nieuw behandelteam zal echter moeten groeien en zal niet meteen een beschermende factor zijn, waardoor ook in het geval van resocialisatie het risico op isolement niet uitgevlakt moet worden. Dit is in het huidige traject gewaarborgd. Verder beschikt de heer [terbeschikkinggestelde] over enkele betrokken netwerkleden zoals zus, tante en een vriend. De heer [terbeschikkinggestelde] kan hier echter nog niet de gewenste voldoening uithalen wat een mogelijke bron van stress kan zijn. Het willen voldoen aan verwachtingen van zichzelf en anderen kan ook stresserend zijn. Tevens vereist de verbale reactie van de heer[terbeschikkinggestelde] wanneer hij zich benadeeld voelt, dat zijn omgeving hem goed kent zodat hier op de juiste manier op ingespeeld kan worden. In de maatschappij kan hij mensen tegenkomen die hier minder goed op reageren en begeleiding is nog gewenst.
(…)
Het traject richting De Blink is alsnog van de grond gekomen en biedt adequaat risicomanagement. Er is overeenstemming over het traject. Indien dit traject kan worden voortgezet biedt dit een geleidelijke route naar meer zelfstandigheid, waarin voldoende
professionele begeleiding aanwezig blijft om de heer [terbeschikkinggestelde] te ondersteunen bij de stappen die hij nog moet zetten om te komen tot een definitieve eindfase waarin de TBS kan worden afgewikkeld.
De weg der geleidelijkheid houdt de spanning hanteerbaar bij iedere verandering, zodat de heer [terbeschikkinggestelde] niet overvraagd wordt en terugglijdt in zijn delictketen.
(…)
De volgende stap in het traject is transmuraal verlof. Indien de heer [terbeschikkinggestelde] goed functioneert in transmuraal op de leefgroep van De Blink, zal hij worden overgeplaatst naar een appartement van De Blink. Van daaruit kan bekeken worden of hij een zelfstandige woning buiten De Blink kan betrekken. Indien dit traject goed verloopt, kan de TBS worden afgewikkeld via Proefverlof met FPT en aansluitend VO met FPT. Dit zal in ieder geval
twee jaar in beslag nemen.
(…)
Zolang de TBS maatregel doorloopt kan het traject worden voortgezet. Zoals eerder gesteld is de weg der geleidelijkheid en een goede inbedding in een structuur belangrijk en werkt de mate van samenwerking en overeenstemming als beschermende factor. Versnellen van het voorgestelde traject leidt ons inziens tot onnodige spanningen wat het risico op recidive verhoogt. Het bovengenoemde traject neemt geruime tijd in beslag en wij adviseren de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.