Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Bronnen.
(bron 1, p. 74-75).
(bron 1, p. 76, foto p. 77, bevestiging p. 78). [getuige 1] heeft aan de hand van een andere, uitvergrote, foto, de persoon aangewezen die hij meende te herkennen als degene die het mes vast had gehad. Het betrof de man rechts achterin de foto, met een donker petje
(bron 1, p. 117 e.v.).
.
(bron 1, p. 47 en verder). Aanvullend op zijn aangifte heeft aangever nog verklaard dat hij de donkere man wegduwde en dat de donkere man hem mee naar de grond trok. Vervolgens voelde aangever dat zijn achterhoofd nat werd. Ook hoorde aangever van zijn vrouw dat er een groot gat zat in zijn achterhoofd. Resumerend bestond het letsel bij aangever uit drie littekens op het hoofd, een wond op het achterhoofd, een gat in zijn nek en een klein litteken onder zijn linkeroog. Aangever hoorde van de arts dat als de wond in zijn hals een paar centimeter lager had gezeten, hij er niet meer was geweest. Zou de slagader in zijn hals zijn geraakt, dan zou hij doodgebloed zijn
(bron 1, p. 57 en 58). Ook is [verdachte] door aangever herkend als de man die het mes vasthield
(bron 1, p. 64). Tegenover de rechter-commissaris heeft aangever verklaard dat de donkere man hem mee naar de grond trok en dat zij allebeide op de grond vielen. Toen aangever bovenop de donkere man op de grond lag, voelde hij iets op zijn hoofd waarvan hij dacht dat het bier was. Zijn vrouw riep tegen hem dat hij moest opstaan omdat hij een groot gat in zijn hoofd had met bloed.
(bron 2)
(bron 1, p. 53 en 54).
(bron 1, p. 189 en 191).
(bron 2)
[de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ]. Getuige zag dat [slachtoffer] (aangever) hevig bloedde. Verder heeft de getuige verklaard dat hij op een foto welke die dag is gemaakt [verdachte] herkende als degene die het mes vast had gehad
(bron 1, p. 78, 198-199).
(bron 1, p. 307-310).
(bron 1, p. 264).