Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 januari 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 28 mei 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert de echtgenote van een snorfietser schadevergoeding van de gemeente na het overlijden van haar man, die ten val kwam na een aanrijding met een verhoogde hoekafronding op een kruising. De rechtbank Oost-Brabant heeft op 9 september 2015 geoordeeld dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de schade. De snorfietser, die op 3 oktober 2013 ten val kwam, reed op een minder bekende route en raakte de hoekafronding, wat leidde tot ernstig letsel en zijn overlijden enkele weken later. De rechtbank concludeert dat de hoekafronding voldeed aan de veiligheidseisen en dat de gemeente niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ongeval. De rechtbank oordeelt dat de hoekafronding een verkeersveiligheidsfunctie heeft en dat er geen meldingen waren van onveilige situaties voor het ongeval. De rechtbank wijst de vordering van de echtgenote af, omdat er geen sprake was van een gebrek aan de openbare weg of onrechtmatige gevaarzetting. De rechtbank concludeert dat het ongeval het gevolg was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de gevolgen. De echtgenote wordt veroordeeld in de proceskosten.