ECLI:NL:RBOBR:2015:5884

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
15 oktober 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2015
Zaaknummer
01/134680-14
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling door portier in discotheek te Gemert

Op 15 oktober 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 februari 2015, en de tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 27 januari 2013 te Handel, gemeente Gemert-Bakel. De verdachte zou opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer], hebben geslagen, geschopt, bij de keel gepakt en/of tegen de muur geduwd, wat zou hebben geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer.

Tijdens de zittingen op 21 april 2015 en 1 oktober 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie concludeerde tot vrijspraak wegens gebrek aan bewijs, terwijl de verdediging eveneens pleitte voor vrijspraak, stellende dat niet was komen vast te staan dat de verdachte geweld had gepleegd tegen [slachtoffer].

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. Na het onderzoek heeft de rechtbank geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van mishandeling. Tevens werd de benadeelde partij, [slachtoffer], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, en de kosten van de verdachte werden op nihil begroot. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. B.A.J. Zijlstra, en de leden mr. J.H.P.G. Wielders en mr. W.T.A.M. Verheggen, in aanwezigheid van griffier L.D. Wittenberg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/134680-14
Datum uitspraak: 15 oktober 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1980] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 april 2015 (politierechter) en 1 oktober 2015 (meervoudige strafkamer).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 februari 2015.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 januari 2013 te Handel, gemeente Gemert-Bakel, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer] ), heeft geslagen
en/of geschopt en/of bij de keel gepakt en/of tegen de muur geduwd, waardoor
deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. Niet is vast komen te staan dat verdachte [slachtoffer] heeft mishandeld.

Het standpunt van de verdediging.

De raadsman heeft –zakelijk weergegeven- geconcludeerd tot vrijspraak nu niet is vast komen te staan dat verdachte geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] .

Vrijspraak.

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Uit het dossier blijkt niet van feiten en/of omstandigheden waaruit kan worden opgemaakt dat verdachte strafbaar heeft gehandeld ten aanzien van [slachtoffer] .

De vordering van de benadeelde partij.

Nu verdachte van het hem ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partij zal worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.

DE UITSPRAAK

Vrijspraak
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.A.J. Zijlstra, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken op 15 oktober 2015.
Mr. W.T.A.M. Verheggen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.