4.3.In onderhavige aanbesteding is Enexis de aanbestedende dienst, zodat de aanbesteding geschiedt onder vigeur van Richtlijn 2004/17/EG die ziet op de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten. Deze richtlijn is, evenals Richtlijn 2004/18/EG in Nederland geïmplementeerd in de Aanbestedingswet 2012.
Voor zover Zionic betoogt dat de door het Europese Hof van Justitie gewezen arresten SAG (HvJ EU 29 maart 2012, C-599/10) en Manova (HvJ EU 10 oktober 2013, C-336/12), hier niet van toepassing zouden zijn aangezien deze beiden betrekking hebben op de Richtlijn 2004/18/EG, treft haar betoog geen doel.
In deze arresten gaat het HvJ in op de vraag of, en zo ja wanneer en onder welke omstandigheden aanbestedende diensten aanmeldingen en inschrijvingen die een gebrek bevatten kunnen laten repareren.
In rechtsoverweging 40 en 41 van het SAG-arrest oordeelt het HvJ:
40 Artikel 2 staat er in het bijzonder evenwel niet aan in de weg dat, in uitzonderlijke gevallen, de gegevens van de inschrijvingen gericht kunnen worden verbeterd of aangevuld, met name omdat deze klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeven, of om kennelijke materiële fouten recht te zetten, mits deze wijziging er niet toe leidt dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld. Dat artikel verzet zich er dus evenmin tegen dat het nationale recht een bepaling bevat, zoals artikel 42, lid 2, van wet nr. 25/2006, volgens welke in wezen de aanbestedende dienst de gegadigden schriftelijk kan verzoeken om hun inschrijving te verduidelijken zonder evenwel een wijziging van de inschrijving te vragen of te aanvaarden.
41 In de uitoefening van deze beoordelingsbevoegdheid dient de aanbestedende dienst de verschillende gegadigden gelijk en op loyale wijze te behandelen, zodat het verzoek om toelichting aan het einde van de selectieprocedure van de inschrijvingen en in het licht van de uitkomst daarvan niet overkomt als ten onrechte in het voordeel of nadeel van de gegadigde of gegadigden tot wie dit verzoek was gericht.
In rechtsoverweging 37 tot en met 40 van het Manova-arrest oordeelt het HvJ:
37 Ten slotte, en in het algemeen, moet de aanbestedende dienst in de uitoefening van zijn beoordelingsbevoegdheid wat de mogelijkheid betreft om de gegadigden te verzoeken hun inschrijving nader toe te lichten, de gegadigden gelijk en op loyale wijze behandelen, zodat een verzoek om toelichting aan het einde van de selectieprocedure van de inschrijvingen en in het licht van de uitkomst daarvan niet overkomt als ten onrechte in het voordeel of nadeel van de gegadigde of gegadigden tot wie dit verzoek was gericht (reeds aangehaald arrest SAG ELV Slovensko e.a., punt 41).
38 Die conclusie, die betrekking heeft op de door inschrijvers ingediende inschrijvingen, kan worden toegepast op inschrijvingsdossiers die worden ingediend in de fase van voorafgaande selectie van gegadigden in een niet openbare procedure.
39 Derhalve kan de aanbestedende dienst verzoeken de gegevens van een dergelijk dossier gericht te verbeteren of aan te vullen, voor zover dat verzoek betrekking heeft op gegevens, zoals de gepubliceerde balans, waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij dateren van voor het einde van de inschrijvingstermijn om deel te nemen aan een aanbestedingsprocedure.
40 Evenwel moet worden gepreciseerd dat dit anders zou zijn indien volgens de aanbestedingsstukken het ontbrekende stuk of de ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt. Een aanbestedende dienst dient immers nauwgezet de door hemzelf vastgestelde criteria in acht te nemen (zie in die zin arrest van 29 april 2004, Commissie/CAS Succhi di Frutta, C 496/99 P, Jurispr. blz. I 3801, punt 115).
Uit deze rechtsoverwegingen van het HvJ vloeit voort dat het aanbestedingsrecht er niet aan in de weg staat dat de aanbestedende dienst een verbeter- of aanvullingsmogelijkheid biedt. Deze bevoegdheid van de aanbestedende dienst wordt begrensd door de aan het aanbestedingsrecht ten grondslag liggende algemene beginselen, in bovenstaande uitspraken is met name genoemd het gelijkheidsbeginsel. De algemene beginselen in het aanbestedingsrecht, zoals het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel, dienen zowel bij aanbestedingen onder vigeur van Richtlijn 2004/18/EG als bij aanbestedingen die vallen onder de Richtlijn 2004/17/EG in acht te worden genomen, zodat de voorzieningenrechter deze uitspraken ook in de onderhavige aanbesteding van toepassing acht.