Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 1 oktober 2015 met producties 1 tot en met 23
- de akte vermeerdering van eis met producties 24 tot en met 40c
- de mondelinge behandeling
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert de eiser, de vader van een minderjarig kind, dat de Raad voor de Kinderbescherming moet wachten met het afronden van een rapport in een Gezag- en Omgangsonderzoek (GO onderzoek) totdat de klachtencommissie heeft beslist op zijn ingediende klachten. De eiser stelt dat de Raad in strijd met gemaakte afspraken handelt en dat hij belang heeft bij een zorgvuldige uitvoering van het onderzoek. De Raad voor de Kinderbescherming stelt echter dat zij niet verplicht is om de beslissing van de klachtencommissie af te wachten en dat zij zich houdt aan de geldende regels en het Kwaliteitskader. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen rechtsregel bestaat die de Raad verplicht om te wachten met de afronding van het onderzoek. De vrees van de eiser dat zijn klachten omzeild worden door de Raad wordt ongegrond geacht, aangezien de eiser de mogelijkheid heeft om te reageren op het conceptrapport voordat het definitieve rapport aan de rechtbank wordt aangeboden. De voorzieningenrechter wijst de vordering van de eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.