ECLI:NL:RBOBR:2015:673

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 februari 2015
Publicatiedatum
9 februari 2015
Zaaknummer
01/025285-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met een jaar en toevoeging van bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 16 februari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, die in 2003 ter beschikking was gesteld vanwege zedendelicten. De rechtbank heeft de TBS-maatregel met één jaar verlengd, na een vordering van de officier van justitie om de termijn met twee jaar te verlengen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verlenging van de TBS-maatregel werd gemotiveerd door de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank heeft ook een bijzondere voorwaarde toegevoegd aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, namelijk dat de betrokkene medewerking dient te verlenen aan onaangekondigde controles van zijn gegevensdragers.

De zaak werd behandeld tijdens openbare zittingen op 30 december 2014 en 2 februari 2015, waarbij de officier van justitie, deskundigen, de betrokkene en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft de rapporten van de reclassering en deskundigen in overweging genomen, die de risico's van recidive en de noodzaak van toezicht benadrukten. De betrokkene heeft een geschiedenis van pedofilie en andere seksuele delicten, en de rechtbank heeft vastgesteld dat zonder de TBS-maatregel het risico op recidive aanzienlijk zou toenemen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene zich in een oriënterende fase bevindt met betrekking tot zijn behandeling en dat er een risico bestaat op herhaling van delictgedrag. De toevoeging van de bijzondere voorwaarde voor onaangekondigde controles is bedoeld om de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De rechtbank heeft de beslissing genomen in overeenstemming met de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, die de basis vormen voor de verlenging van de TBS-maatregel.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/025285-03
Uitspraakdatum: 16 februari 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

In de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1952],
verblijvende te [adres],
een RIBW-woning van [kliniek] te [plaatsnaam],
hierna te noemen: betrokkene.

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 15 oktober 2003 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 23 december 2013, met één jaar verlengd. Bij beslissing van 26 juni 2014 heeft deze rechtbank de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd met ingang van 1 augustus 2014.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 17 november 2014 strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene voor de duur van twee jaar. Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 december 2014 (pro forma) en van 2 februari 2015. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, betrokkene en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de beslissing van deze rechtbank van 23 december 2013 tot verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene met één jaar,
  • de beslissing van deze rechtbank van 26 juni 2014 tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van betrokkene,
  • het advies van Reclassering Nederland, toezichtunit 3 Zuid, te [plaatsnaam 2] van 6 november 2014 over de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene,
  • het rapport van psycholoog drs. A.J. de Groot van 5 januari 2015, opgemaakt van het door hem ingestelde psychologisch onderzoek verricht bij betrokkene,
  • het rapport van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser van 8 januari 2015, opgemaakt van het door hem ingestelde psychiatrisch onderzoek naar betrokkene,
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen,
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van:
  • met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen meermalen gepleegd en
  • met iemand die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
 Het hiervoor genoemde
rapport van Reclassering Nederland van 6 november 2014houdt onder meer en zakelijk weergegeven het volgende in.
De voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van betrokkene is op 1 augustus 2014 opgestart en verkeert nog in een oriënterende fase. Betrokkene is druk doende zijn huidige leefwijze te stabiliseren en daarbinnen ervaring op te doen of hij in staat is niet in pre delict situaties te komen en of hij met die situaties om kan gaan. De behandeling in het kader van terugvalpreventie en de COSA dient nog te worden gestart. Begin september 2014 gaat betrokkene zelfstandig in een RIBW-woning van [kliniek] wonen. Zijn coping met spanningen en eventuele eenzaamheid moeten in de huidige woonsituatie nog worden getoetst.
Beschermende factor is dat betrokkene zich begeleidbaar opstelt en dat hij enig besef heeft dat hij hulp nodig heeft. De kans op herhaling wordt in de huidige situatie als matig ingeschat. Zonder TBS-kader wordt de kans op recidive hoog ingeschat daar betrokkene onvoldoende in staat blijkt tot het nemen van verantwoordelijkheid en vanwege de instrumentele wijze waarop hij met seksualiteit omgaat.
Gezien het gebrek aan grip/zicht hebben op risicovolgedrag bij internetgebruik, waarbij gebleken is dat betrokkene op zoek is via datingsites naar seksueel contact met vrouwen, wordt geadviseerd om als bijzondere voorwaarde toe te voegen dat betrokkene zijn medewerking verleent aan onaangekondigde controle van de gegevensdragers.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen; gelet op het hoge recidiverisico is een langdurig reclasseringstoezicht onder de reeds gestelde bijzondere voorwaarden geïndiceerd.
 Het hiervoor genoemde
rapport van drs. De Groot van 5 januari 2015houdt onder meer en zakelijk weergegeven in.
Bij betrokkene is sprake van pedofilie van het niet exclusieve type, exhibitionisme en persoonlijkheidsstoornis NAO met afhankelijke en vermijdende trekken. Het risico dat betrokkene opnieuw seksuele [gewelds]delicten zal plegen is laag-matig binnen het huidige risicomanagement van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, verblijf in een RIBW met toezicht van de reclassering, gebruik van sertraline, COSA en een goede dagbesteding. Bij beëindiging van de maatregel is dit risico matig. Het recidivesrisico zal zich vooral manifesteren zodra betrokkene in een besloten samenlevingsverband komt te verblijven, waar jonge meisjes zijn die hij langer tegenkomt. Het recidivesrisico op exhibitionisme is groter, waarbij risicofactoren als eenzaamheid en oplopende spanningen een rol spelen.
De indicatie voor het COSA project kan als belangrijke beschermende factor worden gezien tegen delict recidivering. Hiernaast is van belang dat betrokkene gemotiveerd wordt om sertraline als libidoremmende medicatie te blijven gebruiken. Tevens dient goed gemonitord te worden welke relaties betrokkene aangaat, hoe de seksualiteit hierbinnen speelt en of er jonge meisjes in het verlengde van een dergelijke relatie in de buurt zijn. Betrokkene dient hier transparant over te zijn. Het verdient de voorkeur om betrokkene “digitaal” te controleren. Tenslotte is het van belang dat betrokkene een goede dagbesteding heeft. Ingeschat wordt dat structurele gesprekken bij een forensisch psychiatrische polikliniek therapeutisch niet veel bij zullen dragen, maar wel zinvol zijn om een vinger aan de pols te houden en betrokkene gericht te laten blijven op zijn risicosignalen.
Geadviseerd wordt om de maatregel van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en om de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging te continueren.
 Het hiervoor genoemde
rapport van psychiater dr. Kaiser van 8 januari 2015houdt onder meer zakelijk weergegeven in.
Bij betrokkene is sprake van pedofilie, niet exclusieve type, in remissie onder toezicht en een persoonlijkheidsstoornis NAO met afhankelijke en ontwijkende trekken. De kans op herhaling van een seksueel delict wordt als laag ingeschat binnen de terbeschikkingstelling. Als hij nu zonder TBS-kader zou zijn, wordt de kans op recidive op langere termijn als tamelijk hoog ingeschat als betrokkene weer kinderen krijgt in zijn directe leefomgeving. Op korte termijn is het recidiverisico laag, het risico zit hem in het aangaan van relaties op de langere termijn.
Betrokkene heeft nu een netwerk van hulpverlening om zich heen en de COSA start. Het toezicht van de reclassering volgt het signaleringsplan. Hij heeft begeleiding vanuit de RIBW en behandeling bij de Forensische Polikliniek van [kliniek]. De begeleiding is afgestemd op de recidivepreventie en met name op de contextuele beïnvloeding om betrokkene te leren waar hij zijn grenzen moet stellen.
Voortzetting van de terbeschikkingstelling van betrokkene is aangewezen. Verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar is wenselijk om over een jaar te toetsen hoe betrokkene zich inpast in de huidige woning en of hij in staat is om pre delict factoren te voorkomen. Het hele proces van toezicht zal wel enkele jaren moeten duren daar betrokkene zelf onvoldoende anticiperende strategieën heeft en nodig acht. De voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging kan worden voortgezet.
De deskundige Heethuisheeft ter terechtzitting van 2 februari 2015 gepersisteerd bij de inhoud van het door de reclassering op 6 november 2014 uitgebrachte rapport. Het advies van de reclassering om de terbeschikkingstelling van betrokkene met twee jaar te verlengen, was ingegeven door de onduidelijkheden die er nog bestonden op het moment van het uitbrengen van dat rapport. Nadien zijn de omstandigheden gewijzigd en is er meer duidelijkheid gekomen zoals in de rapporten van psychiater dr. Kaiser en psycholoog drs. De Groot nader is omschreven. Gelet daarop kan de reclassering zich vinden in de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene met één jaar onder aanvulling van de voorwaarden die aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging zijn verbonden en zoals die in het rapport van de reclassering van 6 november 2014 is beschreven.
Ter terechtzitting van 2 februari 2015 heeft de officier van justitie zich bij het standpunt van de deskundige Heethuis en de conclusies en adviezen van dr. Kaiser en drs. De Groot aangesloten. De officier van justitie vordert thans de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene met één jaar. Tevens vordert hij dat aan de voorwaarden, verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van betrokkene, wordt toegevoegd dat betrokkene medewerking verleent aan onaangekondigde controles van de gegevensdragers die hij gebruikt.
Betrokkene en zijn raadsman hebben ter terechtzitting van 2 februari 2015 medegedeeld dat zij zich in de vordering van de officier van justitie en de gronden waarop hij die baseert, kunnen vinden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verenigt zich met het advies van de Reclassering Nederland van 6 november 2014, met inachtneming van de daarop ter terechtzitting van 2 februari 2015 door de deskundige Heethuis gegeven toelichting en met de conclusies en de adviezen van psychiater dr. Kaiser en psycholoog drs. De Groot zoals die in de hiervoor genoemde door hen uitgebrachte rapporten zijn weergegeven. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling van betrokkene dan ook met een jaar verlengen. Aan de voorwaarden, verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van betrokkene, zal de rechtbank de voorwaarde toevoegen dat betrokkene zijn medewerking dient te verlenen aan onaangekondigde controles van de gegevensdragers die hij op het moment van de betreffende controle in gebruik heeft.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:

Verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.

Voegtaan de bijzondere voorwaarden, verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van betrokkene zoals die zijn weergegeven in de beslissing van deze rechtbank van 26 juni 2014, de navolgende voorwaarde toe:
- Betrokkene verleent zijn medewerking aan onaangekondigde controles van de gegevensdragers die betrokkene op het moment van de betreffende controle in gebruik heeft.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M. Senden, voorzitter,
mr. W.M. Weerkamp en mr. M.M. Klinkenbijl, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 16 februari 2015.