ECLI:NL:RBOBR:2015:7286

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 december 2015
Publicatiedatum
16 december 2015
Zaaknummer
01/995072-15
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in grote hoeveelheden, met gevaar voor de omgeving

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 december 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk. De verdachte, geboren in 1971 en woonachtig in Breda, werd op 19 oktober 2015 aangehouden na een politiecontrole op een carpoolplaats. Tijdens deze controle werd in zijn voertuig een aanzienlijke hoeveelheid illegaal vuurwerk aangetroffen, waaronder mortierbommen en bangers, met een netto gewicht van 489 kilo. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 15 maanden op, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

De rechtbank verwierp het Salduz-verweer van de verdediging, dat stelde dat de verdachte niet op de juiste wijze was geïnformeerd over zijn recht op rechtsbijstand. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende op de hoogte was van zijn rechten en vrijwillig had gekozen om vragen te beantwoorden. De verdediging voerde aan dat het vuurwerk mogelijk 'dummy's' betrof en dat er onvoldoende bewijs was dat het om professioneel vuurwerk ging. De rechtbank oordeelde echter dat het vuurwerk, op basis van deskundigenrapporten van het NFI, als professioneel vuurwerk kon worden gekwalificeerd, en dat de verdachte zich bewust was van de gevaren van het voorhanden hebben van dergelijk vuurwerk.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de risico's voor de omgeving, vooral gezien het feit dat het vuurwerk was opgeslagen onder een seniorenflat. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door een grote hoeveelheid gevaarlijk vuurwerk te bezitten, niet alleen de wet overtrad, maar ook de veiligheid van anderen in gevaar bracht. De uitspraak benadrukt de ernst van het bezit van professioneel vuurwerk en de gevolgen daarvan voor de samenleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/995072-15
Datum uitspraak: 21 december 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte 1] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
wonende te [woonplaats] , [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 december 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 21 oktober 2015.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 7 december 2015 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 oktober 2015 te Breda en/of Zundert en/of Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk
te weten,
shells/mortieren van het merk/type Echaton TNT75 en/of Bombe 75mm en/of SF BV en/of Triplex DS025 en/of Triplex display en/of Triplex titanium thunder w/two tail en/of VIP Z3 en/of XXL Z4 en/of bangers van het merk/type Atomic 7 en/of butterfly cracker en/of Caramella 5 en/of Caramella 6 en/of Crazy Bang WZ024A en/of Super Cobra 6 en/of Cobra 3 en/of Shark 3 en/of een flowerbed van het merk/type Triplex TXB925
voorhanden heeft gehad, terwijl dat professionele vuurwerk bestemd was voor particulier gebruik.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Verdachte wordt kort gezegd verweten dat hij een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk voorhanden heeft gehad op verschillende locaties.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte in het politievoertuig is verhoord zonder een advocaat te hebben kunnen raadplegen, terwijl hij op dat moment ook niet op ondubbelzinnige wijze afstand had gedaan van zijn recht op rechtskundige bijstand. Aldus is sprake van een vormverzuim en volgens de verdediging dient dit in casu te leiden tot bewijsuitsluiting van de verklaring van verdachte alsmede van het bewijsmateriaal dat is verkregen als een rechtstreeks gevolg van die verklaring.
In aansluiting daarop heeft de raadsman (voorwaardelijke) onderzoekswensen gedaan.
Namens verdachte is voorts aangevoerd dat onvoldoende duidelijk is of het onderzochte vuurwerk het onder verdachte in beslag genomen vuurwerk betreft.
De raadsman concludeert op voormelde gronden, al dan niet in samenhang bezien, tot vrijspraak.
De verdediging heeft tevens vrijspraak bepleit omdat het onderzoek aan het in beslag genomen materiaal ontoereikend is om te concluderen dat dit professioneel vuurwerk betreft. De deskundigenrapportages van het NFI bevatten informatie over chemisch onderzoek dat is gedaan aan ander materiaal dan dat in onderhavige zaak is onderzocht. Niet kan worden uitgesloten dat het vuurwerk dat onder verdachte in beslag genomen is, dummy’s betreft. De raadsman heeft in dit verband een vergelijking gemaakt met cocaïne.
In het geval de rechtbank dit verweer niet volgt, verzoekt de verdediging aanvullend onderzoek aan het vuurwerk te laten uitvoeren door het NFI.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Bespreking van het Salduz-verweer
Op grond van de navolgende processen-verbaal stelt de rechtbank vast dat verdachte is gewezen op zijn recht op raadpleging van een advocaat voorafgaand aan zijn gewraakte verklaring over het vuurwerk dat op het adres van zijn moeder was opgeslagen. Ook is verdachte de cautie gegeven. Dat verdachte niet expliciet heeft aangegeven af te zien van het raadplegen van een advocaat voordat hij een verklaring ging afleggen, maakt de door verdachte afgelegde verklaring nog niet onbruikbaar voor het bewijs. Verdachte wist dat hij het recht had te zwijgen en een advocaat te consulteren, maar heeft (om hem moverende redenen) zelf de keuze gemaakt de door verbalisant gestelde vragen te beantwoorden. Gezien het vorenstaande is van een vormverzuim dan ook geen sprake.
P. 27 proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven: twee voertuigen die samenkwamen op een carpoolplaats zijn ter controle achterna gereden. (…) De bestuurder van het ene voertuig overhandigde daartoe gevorderd zijn rijbewijs en kentekenbewijs van het voertuig. De bestuurder betreft: [verdachte 1] , geboren [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] . Verbalisant [verbalisant 1] zag op de achterbank een deken over een aantal onbekende goederen. Verbalisant geeft verdachte de cautie en vraagt wat de bestuurder deed met die andere auto op de carpoolplaats. De bestuurder zei: “Ik had afgesproken met die andere auto, ik zou hem vuurwerk verkopen. Het ligt in de kofferbak.” Verbalisant is met [verdachte 1] naar de achterkant van het voertuig gelopen en [verdachte 1] heeft de kofferbak opengemaakt en het kleed van de goederen afgehaald. Verbalisant zag 5 dozen en er stonden waarschuwingstekens op van o.a. explosieven.
Verbalisant heeft zijn collega’s bijgepraat dat er vuurwerk in het voertuig is aangetroffen en dat de bestuurder kon worden aangehouden. Collega [verbalisant 2] legde [verdachte 1] de transportboeien om. Hij zei: “Je bent niet tot antwoorden verplicht en je hebt recht op een advocaat.” Hierop is verdachte overgebracht naar het politiebureau aan de Mijkenbroek te Breda.
P. 29, proces-verbaal van bevindingen: verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben verdachte overgebracht naar een plaats van voorgeleiding. Voorafgaand aan het vervoer vertelde collega [verbalisant 2] dat [verdachte 1] aan hem had verklaard dat hij in zijn voertuig, te weten een Lexus welke op de oprit van zijn woning zou staan, nog meer vuurwerk had liggen. Ook zou [verdachte 1] verklaard hebben dat er op zolder van zijn woning consumentenvuurwerk zou liggen. Ook liet collega [verbalisant 2] mij een soort van bestellijst zien met 25 bestellingen. Ik zag dat hier grote geldbedragen bij stonden van honderden euro’s.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , bevond mij voor in een onopvallend dienstvoertuig. Bij het instappen van het voertuig zat collega [verbalisant 2] achter het stuur. Ik ben voorin in het dienstvoertuig ingestapt en heb mij gelegitimeerd aan [verdachte 1] als zijnde politie-ambtenaar.
Ambtshalve is mij, [verbalisant 3] , bekend dat er veel gevaarlijke situaties kunnen ontstaan bij de verkeerde opslag van zwaar illegaal vuurwerk.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , heb [verdachte 1] nogmaals de cautie gegeven. Ik, [verbalisant 3] , heb gevraagd aan [verdachte 1] of deze nog meer vuurwerk had dan alleen het vuurwerk wat in zijn auto werd aangetroffen op het moment van aanhouding. Ik, [verbalisant 3] , vertelde aan [verdachte 1] , wat collega [verbalisant 2] , mij zojuist had verteld. Ik, [verbalisant 3] , vroeg aan [verdachte 1] of hij op een andere locatie nog meer vuurwerk had opgeslagen. [verdachte 1] verklaarde toen dat hij maar een simpele jongen was die nu toevallig een keer is opgepakt. Ik, [verbalisant 3] , vertelde aan [verdachte 1] dat ik het waarschijnlijk vond dat hij ergens een opslag had, gelet op de bestellijst welke in zijn voertuig in beslag werd genomen. Op dat moment reageerde [verdachte 1] niet. Hij was enkele seconden stil. Na ongeveer 10 seconden hoorden ik, [verbalisant 3] en collega [verbalisant 2] , [verdachte 1] het volgende zeggen: “Ik heb nog neer vuurwerk opgeslagen staan hij mijn moeder, dit staat opgeslagen in het souterrain.” Hierop vroeg ik, [verbalisant 3] , over welke hoeveelheid dit dan
ging. [verdachte 1] verklaarde dat het ging om 8 dozen met een gewicht van meer dan 200
kilo. Hierop vroeg ik, [verbalisant 3] , waar zijn moeder woont en staat ingeschreven. [verdachte 1] verklaarde dat zijn moeder in Breda woont aan [adres 2] .
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en wijst het verzoek om aanvullend onderzoek dienaangaande te verrichten af omdat dit nader onderzoek niet noodzakelijk is.
Gebezigde bewijsmiddelen en bespreking bewijsverweer.
De rechtbank zal voormelde verklaring van verdachte (p. 29), zoals hiervoor reeds is uitgewerkt, wel bezigen tot het bewijs.
Voorts acht de rechtbank de volgende bewijsmiddelen redengevend.
Op 19 oktober 2015 bevonden twee verbalisanten zich op de carpoolplaats in Raamsdonksveer. Zij zien twee voertuig naast elkaar stoppen. Het gaat om een VW Polo en een Seat Ibiza. De VW Polo wordt gevolgd. In de kofferbak worden dozen gevonden en verdachte [verdachte 1] wordt aangehouden voor bezit van illegaal vuurwerk. Het voertuig en de dozen vuurwerk zijn in beslag genomen. In de auto lag een telefoon en daarin stonden berichten van een contactpersoon [naam contactpersoon] en er stond “13:30 uur carpool Raamsdonksveer”. Op de bijrijdersstoel lagen twee documenten, zijnde 2 bestel- en leverlijsten van vuurwerk. Bovenaan de lijst stond [naam contactpersoon] en maandag 13:30 uur. [2]
Tijdens zijn aanhouding heeft verdachte verklaard dat er vuurwerk bij hem thuis lag op [adres] , in de kofferbak van een auto met kenteken [kenteken 1] op zijn erf, en in de berging van het pand [adres 3] . [3]
In de kelderbox van pand nummer [adres 3] van de seniorenflat aan [adres 3] stonden verschillende dozen met teksten als 100 shots Cake, Shells, Crazy Bang en Made in China. In een doos zaten grote ronde mortieren, ter grootte van een basketbal. De zoeking werd gestaakt en expertise werd ingeschakeld. [4]
In voormelde kelderbox zijn fotografische opnamen gemaakt van het vuurwerk. [5]
De kelderbox is leeggehaald. Er is een grote hoeveelheid vuurwerk in beslag genomen. Dit vuurwerk is in een bus van de firma [bedrijf] geladen. Doordat hier ook het vuurwerk in stond dat uit het voertuig van de verdachte kwam, is al het vuurwerk door elkaar gekomen.
Goederen: PL2600-2015059029-592467, wapens/munitie/springstof, aantal 539 kg, Nederland, bijzonderheden zit in 25 dozen verpakt, gewicht betreft bruto gewicht. [6] Netto betreft het 489 kilo. [7]
Op de zolder van de woning van verdachte, [adres] , is vuurwerk aangetroffen en in de kofferbak van de Lexus zijn twee grote vuurwerkbommen en een plastic met twee grote witte vuurwerkkogels aangetroffen. Het vuurwerk is in beslag genomen. [8] Van het vuurwerk zijn foto’s genomen. [9]
Het in beslag genomen vuurwerk is onderzocht door de afdeling Centraal onderzoek Vuurwerk (hierna CoV). [10]
Van de verschillende soorten vuurwerk is het volgende vastgesteld:
* de bangers Atomic 7, 71 stuks betreft professioneel vuurwerk, categorie F4. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. [11]
* de butterfly crackers (vlinders), 300 stuks zijn niet voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [12]
* de Caramella 5 vlinders, 158 stuks, betreft professioneel vuurwerk en voorzien van de categorie-indeling F4. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. [13]
* de Caramella 6 vlinders, 472 stuks, betreft professioneel vuurwerk en voorzien van de categorie-indeling F4. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. [14]
* de Crazy Bangers WZ024A, 400 stuks zijn niet voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [15]
* de Super Cobra 6 bangers, 335 stuks, betreft professioneel vuurwerk en voorzien van de categorie-indeling F4. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. [16]
* de Echaton TNT 75 (shells/mortierbommen), 18 stuks zijn niet voorzien van een categorie-indeling. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat de shell niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [17]
* de Bombe 75 mm (shells/mortierbommen), 1 stuks is voorzien van de categorie-indeling F4. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De netto explosieve massa bedroeg 155,7 gram. De diameter was 75 mm. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [18]
* de SF BV (shell/mortierbom), 1 stuks is niet voorzien van een categorie-indeling. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De diameter van de shell was 240 mm. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [19]
* de Triplex DS025, 120 stuks (shells/mortierbommen), zijn niet voorzien van een categorie-indeling. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De diameter van de shell was 63 mm/ 2,5 inch. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [20]
* de Triplex Display, 102 stuks (shells/mortierbommen), zijn niet voorzien van een categorie-indeling. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De diameter van de shell was 7,62 cm/ 3 inch. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [21]
* de Triplex Display, Titanium thunder w/two tail, 24 stuks (shells/mortierbommen), zijn niet voorzien van een categorie-indeling. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De diameter van de shell was 12,7 cm. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [22]
* de VIP Z3, 36 stuks (shells/mortierbommen), zijn niet voorzien van een categorie-indeling. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De diameter van de shell was 3,81 cm / 1,5 inch. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [23]
* de XXL Z4, 36 stuks (shells/mortierbommen), zijn niet voorzien van een categorie-indeling. De shell was niet bevestigd in een lanceerbuis. De diameter van de shell was 3,81 cm/ 1,5 inch. Een shell van dit merk en type is niet onderzocht door het NFI. Er is wel een deskundigenverklaring van het NFI voorhanden waarin wordt ingegaan op de gevaarzetting bij ondeskundig gebruik van shells. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [24]
* de Cobra 3 bangers, 388 stuks, betreft professioneel vuurwerk en voorzien van de categorie-indeling F4. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. [25]
* de Shark 3 bangers, 133 stuks, betreft professioneel vuurwerk en voorzien van de categorie-indeling F4. Dit vuurwerk is eerder onderzocht door het NFI en uit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk. [26]
* de batterij enkel schots buizen (flowerbed) Triplex TXB925, 1 stuks, 36 shots, zijn niet voorzien van een categorie-indeling. Uit onderzoek van het NFI is gebleken dat de pyrotechnische lading van een batterij enkelschotsbuizen circa 5-10% van de bruto massa uitmaakt. Uitgaande van het percentage van 5% met een veiligheidsmarge van 2,5 kg mag worden verwacht dat een batterij enkelschotsbuizen met een bruto gewicht van 12,5 kg of meer niet meer aan het criterium van 500 gram voor de totale pyrotechnische lading voldoen, aldus het NFI. Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5. lid 2 Vuurwerkbesluit wanneer het bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld. [27]
Het onder verdachte in beslag genomen vuurwerk is vergeleken met soortgelijk vuurwerk dat op een ander moment is onderzocht door het NFI. Bij deze vergelijking is gekeken naar uiterlijke kenmerken, lengte, gewicht en effectlading. Uit het proces-verbaal betreffende het onderzoek naar het in beslag genomen vuurwerk en de daarbij als bijlage gevoegde rapporten van het NFI blijkt dat soortgelijk vuurwerk door het NFI is gekwalificeerd als professioneel vuurwerk.
De rechtbank neemt de resultaten van het door het NFI verrichte onderzoek, horende bij de verschillende bijlagen als voormeld, mee in de bewijsvoering.
Op grond van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat het vuurwerk dat onder verdachte in beslag genomen is, bestemd was voor particulier gebruik.
De rechtbank verwerpt het verweer dat onvoldoende duidelijk is of het onderzochte vuurwerk het onder verdachte in beslag genomen vuurwerk betreft.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op p. 1 van het proces-verbaal van CoV heeft de verbalisant gerelateerd dat hij zag dat de door hem onderzochte partij was voorzien van een Kennisgeving van inbeslagname met daarbij de PL-code en het BVH-nummer en subnummer PL2600 2015059029-02.
Op de foto in bijlage 1 bij het proces-verbaal van CoV is dit ook waar te nemen.
Op p. 2 van dat proces-verbaal heeft de verbalisant gerelateerd dat hij in verband met het onderzoek de foto’s van het proces-verbaal van bevindingen met het nummer PL2600-2015059029-05 heeft bekeken. Hij herkende het vuurwerk als zijnde soortgelijk aan het vuurwerk dat hij heeft onderzocht en beschreven in bijlage 8, 9. 10, 11, 12, 13 en 14 van het proces-verbaal CoV. Verbalisant heeft ook de foto’s van het proces-verbaal binnentreden woning met het nummer PL2600-2015059029-07 bekeken. Hij herkende het vuurwerk als zijnde soortgelijk aan het vuurwerk dat hij heeft onderzocht en beschreven in bijlagen 15, 16, 17 en 18 van dit proces-verbaal CoV.
Het verweer van de verdediging, inhoudende dat het onderzoek aan het vuurwerk ontoereikend is geweest om vast te stellen dat het om professioneel vuurwerk gaat en dat niet volstaan kan worden met NFI-rapporten in soortgelijke zaken, wordt verworpen.
De rechtbank is van oordeel dat een vergelijking tussen aangetroffen vuurwerk en eerder door het NFI onderzocht – op grond van aangegeven kenmerken kennelijk soortgelijk – vuurwerk in het algemeen, zoals ook in het nu voorliggende geval, voldoende aannemelijk maakt dat het aangetroffen materiaal daadwerkelijk dezelfde eigenschappen heeft als het eerder onderzochte materiaal. Dat is slechts anders indien er aanwijzingen zijn dat dit (mogelijk) niet het geval is. Uit de inhoud van het dossier, onder meer bevattende foto's van het bij verdachte in beslag genomen vuurwerk, zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat het bij verdachte in beslag genomen vuurwerk niet met voldoende mate van betrouwbaarheid kan worden vergeleken met het door het NFI onderzochte vuurwerk. Ook door de verdediging zijn geen omstandigheden naar voren gebracht op grond waarvan de resultaten van het door het NFI verrichte onderzoek niet gebruikt zouden mogen worden.
Het betoog van de raadsman dat niet is uitgesloten dat sprake is van ‘dummy vuurwerk’ faalt, omdat de rechtbank de juistheid van die enkele, niet onderbouwde, suggestie niet aannemelijk acht gelet op de grote hoeveelheid die in beslag is genomen. Naar het oordeel van de rechtbank had het gelet op de hiermee gemoeide grote financiële belangen op de weg van verdachte gelegen hieromtrent een nader onderbouwde toelichting te verschaffen, hetgeen hij evenwel niet heeft gedaan. Zonder dat acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk dat hij dummies zou hebben ingekocht, en voornemens was deze te verkopen als zijnde echt vuurwerk. De rechtbank acht dit temeer niet aannemelijk nu verdachte op p. 20 heeft verklaard dat hij het vuurwerk bij zijn moeder had gestald uit veiligheidsoverwegingen.
De rechtbank overweegt voorts dat het onder verdachte in beslag genomen vuurwerk professioneel vuurwerk betreft waarvan aan de hand van wettelijk verplichte aanduidingen op het verpakkingsmateriaal, aangebracht door de fabrikant, kan worden vastgesteld om wat voor producten het gaat. De vergelijking met cocaïne gaat aldus niet op.
Het verzoek van de verdediging om nader onderzoek te verrichten aan het in beslag genomen vuurwerk wordt afgewezen omdat de rechtbank de noodzaak daartoe niet is gebleken.

Bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
op 19 oktober 2015 te Breda en Zundert en Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten,
shells/mortieren van het merk/type Echaton TNT75 en/of Bombe 75mm en/of SF BV en/of Triplex DS025 en/of Triplex display en/of Triplex titanium thunder w/two tail en/of VIP Z3 en/of XXL Z4 en/of bangers van het merk/type Atomic 7 en/of butterfly cracker en/of Caramella 5 en/of Caramella 6 en/of Crazy Bang WZ024A en/of Super Cobra 6 en/of Cobra 3 en/of Shark 3 en/of een flowerbed van het merk/type Triplex TXB925
voorhanden heeft gehad, terwijl dat professionele vuurwerk bestemd was voor particulier gebruik.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met aftrek van voorarrest.
Voorts heeft de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer gevorderd met betrekking tot het in beslag genomen vuurwerk en verbeurdverklaring van de in beslag genomen bestellijsten.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
In geval van bewezenverklaring is door de raadsman oplegging van een taakstraf met zo nodig een voorwaardelijke gevangenisstraf bepleit.
Betoogd is dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal leiden tot ontslag uit het vaste dienstverband en tot de plicht de kosten voor een opleiding terug te betalen aan zijn werkgever. Daarnaast zal een vrijheidsbenemende straf verdachte hinderen in de begeleiding van zijn bejaarde moeder die mogelijk haar flat zal verliezen als gevolg van de opslag van het vuurwerk.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk dat bestemd was voor particulier gebruik. Verdachte had in totaal (netto) 489 kilo illegaal vuurwerk voorhanden, waarbij het onder meer ging om zeer gevaarlijk vuurwerk van de zwaarste categorieën. In het bijzonder betrof het 575 stuks mortierbommen, 1 flowerbed, 2.591 bangers en 1 stuk geïmproviseerd vuurwerk. Dit soort vuurwerk kan massa-explosief reageren waardoor de gehele voorraad explodeert op nagenoeg hetzelfde moment met een geweldige kracht. Over de gevaarzetting van de verschillende types vuurwerk heeft onder meer het NFI in zijn deskundigenverklaringen gerapporteerd.
De rechtbank acht de grote gevaren van het voorhanden hebben en van het gebruiken van zwaar en voor particulier gebruik illegaal vuurwerk van algemene bekendheid, nu daar al sinds vele jaren grote publicitaire aandacht aan wordt gegeven. Dit geldt naar het oordeel van de rechtbank temeer waar het mensen betreft die een zodanig grote voorraad hebben dat zij geacht kunnen worden daar ‘professioneel’ mee bezig te zijn, zoals verdachte.
Blijkens zijn verklaring was verdachte zich van deze gevaren ook bewust. Dit heeft verdachte er evenwel niet van weerhouden met dergelijk zwaar vuurwerk zoals bewezen is verklaard om te gaan en daarbij zeer grote risico’s te nemen, ook ten aanzien van de risico’s voor levens van anderen. Hij heeft zich hierbij laten leiden door puur winstbejag.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij een groot deel van het vuurwerk heeft opgeslagen in een kelderbox onder de seniorenflat van zijn moeder, met alle risico’s van dien voor de (onwetende) omwonenden.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
De raadsman heeft verzocht aan verdachte een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank is echter van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Een taakstraf met daarbij een geheel voorwaardelijk gevangenisstraf zou geen recht doen aan de ernst van het bewezen verklaarde.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank heeft in dat verband straffen in soortgelijke zaken in ogenschouw genomen.
De rechtbank zal de gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.

Beslag.De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van het feit aan verdachte toebehoorden.

De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke het feit is begaan
en die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 91
Wet op de economische delicten art. 1a, 2, 6 en 87
Wet milieubeheer art. 1.1, 9.2.2.1 en 22.2
Vuurwerkbesluit art. 1.1.1., 1.2.2 en 5.4.3.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen en de maatregel.
Gevangenisstrafvoor de duur van
15 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht waarvan
5 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen, te weten: 539 kilo vuurwerk (in 25 dozen verpakt). Verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen, te weten: twee A4-documenten (bestellijsten).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. M.T. van Vliet en mr. H.F. van Kregten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. H.J.G. de Bruijn-van der Sluijs, griffier,
en is uitgesproken op 21 december 2015.
Mr. H.F. van Kregten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Landelijke Eenheid, team eerstelijns opsporing Zuid-West, genummerd 2015059029.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 25 ev.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 23.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 38.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40 en de foto’s op p. 41, 42, 43
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 44.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 57.
8.Proces-verbaal binnentreden woning, p. 47 en 48.
9.Foto’s op p. 49-55.
10.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie CoV, genummerd PL2600-2015059029-02.
11.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 2.
12.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 3.
13.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 4.
14.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 5.
15.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 6.
16.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 7.
17.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 8.
18.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 9.
19.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 10.
20.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 12
21.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 13.
22.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 14.
23.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 15.
24.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 16.
25.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 19.
26.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 20.
27.Proces-verbaal van bevindingen, bijlage 22.