ECLI:NL:RBOBR:2015:7289

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
9 december 2015
Publicatiedatum
16 december 2015
Zaaknummer
4135576 - svh
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N. Stegeman-Kragting
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de wettelijke vereffening van de nalatenschap van Christianus Voesenek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 9 december 2015 uitspraak gedaan op het verzoek van mr. A.D. Roos, vereffenaar in de nalatenschap van Christianus Voesenek, die op 25 december 2011 te Vught is overleden. Het verzoek, gedateerd op 29 september 2015, betreft de opheffing van de vereffening van de nalatenschap, die voornamelijk uit schulden bestaat. De verzoeker stelt dat er onvoldoende activa aanwezig zijn om de schulden te voldoen en dat de kosten voor verdere afwikkeling niet kunnen worden betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nalatenschap een negatief saldo vertoont van € 535,49, na aftrek van de vereffeningskosten en griffierechten.

De kantonrechter heeft op basis van artikel 4:209 BW besloten de opheffing van de vereffening te bevelen, omdat de geringe waarde der baten van de nalatenschap dit rechtvaardigt. Tevens is bepaald dat de vereffeningskosten, inclusief het loon van de vereffenaar, worden vastgesteld op € 8.299,69 inclusief BTW. De griffier is opgedragen om de opheffing van de vereffening in het boedelregister in te schrijven en verzoeker is vrijgesteld van griffierecht. De beschikking zal worden bekendgemaakt via rechtspraak.nl, waarbij de vereffenaar van de wettelijke publicatieplicht wordt ontheven.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarmee de procedure is afgerond.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel recht
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 4135576 - svh
EJ VERZ. : 15 - 246
Uitspraak : 9 december 2015
Beschikking op het verzoek van:
Mr. A.D. Roos
Bogaerts en Groenen Advocaten te Boxtel,
hierna te noemen verzoeker,
vereffenaar in de nalatenschap van:
Christianus Voesenek, overleden op 25 december 2011 te Vught.

1.De procedure

Het verzoek is gedateerd 29 september 2015 en op 30 september 2015 bij de griffie van de rechtbank binnengekomen.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Het verzoek

Op 25 december 2011 is te Vught overleden Christianus Voesenek, geboren te Princenhage op 1 maart 1914, laatst wonende te Vught, hierna te noemen erflater.
Verzoeker verzoekt de kantonrechter om de vereffening van de nalatenschap van erflater op te heffen op grond van artikel 4:209 BW, de vereffeningskosten vast te stellen conform de beschikkingen d.d. 30 januari 2014 en 22 mei 2015, de vereffenaar te ontheffen van de publicatieplicht zoals neergelegd in artikel 4:209 lid 4 BW en artikel 4:218 lid 2 BW, geen griffierecht in rekening te brengen, de beschikking bekend te maken door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken en het eindigen van het vereffenaarschap door de griffier te laten melden in het boedelregister.
Verzoeker legt – zakelijk weergegeven - het volgende aan zijn verzoeken ten grondslag.
Uit de rekening en verantwoording volgt dat er te weinig activa aanwezig is om alle schulden te voldoen. De nalatenschap bestaat thans nog geheel uit schulden en de verwachting is niet gerechtvaardigd dat nadere activa wordt vergaard. Gelet op het negatieve saldo is er geen geld beschikbaar om de kosten voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap te betalen. Het saldo is onvoldoende om het volledige loon van de vereffenaar te voldoen. De belanghebbenden kunnen via internet worden geïnformeerd over de financiële status van de nalatenschap, zonder dat hiervoor kosten worden gemaakt.

3.De beoordeling.

3.1.
De nalatenschap van erflater is door de erfgenaam aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Dit heeft tot gevolg dat deze nalatenschap dient te worden vereffend, met in achtneming van de bepalingen van Titel 6, Afdeling 3 Boek 4 BW.
3.2.
Op grond van artikel 4:209, eerste lid, BW kan de kantonrechter, indien de geringe waarde der baten van een nalatenschap daartoe aanleiding geeft, op verzoek van de vereffenaar of een belanghebbende, de opheffing van de vereffening bevelen.
3.3.
De kantonrechter stelt aan de hand van de overgelegde boedelbeschrijving vast dat aan baten een bedrag van € 6.737,62 aanwezig is, bestaande uit de saldi van twee bankrekeningen van in totaal € 5.155,62, een restitutie van Dela ad € 476,-- en een restitutie van de belastingdienst ad € 1.106,--, en dat na aftrek van publicatiekosten ad € 188,86, het nog te betalen loon van de vereffenaar ad € 4.762,26 en de griffierechten ad € 2.321,99 een negatief saldo resteert van € 535,49.
3.4.
Nu de geringe waarde der baten van de nalatenschap daartoe aanleiding geeft, zal de kantonrechter overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:209, eerste lid, BW de opheffing van de vereffening bevelen.
3.5.
De griffier zal de opheffing van de vereffening in het boedelregister doen inschrijven.
3.6.
De kosten van de vereffening, inclusief het loon van de vereffenaar, zullen overeenkomstig de beschikkingen van 30 januari 2014 en 22 mei 2015 worden vastgesteld op € 8.299,69 inclusief BTW.
3.7.
De kantonrechter zal verzoeker op de door hem daartoe aangevoerde gronden vrijstellen van de heffing van griffierecht.
3.8.
Artikel 4:209 lid 4 BW schrijft voor dat opheffing wordt bekendgemaakt op dezelfde wijze als de benoeming van een vereffenaar. Vanwege de geringe activa in deze nalatenschap verzoekt de vereffenaar om van dit wettelijk uitgangspunt af te wijken. De kantonrechter gaat daarin mee, omdat er in casu geen dwingende noodzaak bestaat voor de – kostbare – wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. Daarom zal de griffier ervoor zorgen dat deze beschikking wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl/uitspraken. Verzoeker zal worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.

4.De beslissing.

De kantonrechter:
gelet op het bepaalde in artikel 4:209, eerste, tweede en vierde lid, BW en artikel 4:218 lid 2 BW;
beveelt de opheffing van de wettelijke vereffening van de nalatenschap van Christianus Voesenek, geboren op 1 maart 1914 te Princenhage, overleden op 25 december 2011 te Vught;
stelt vereffeningskosten, waaronder het loon van de vereffenaar, overeenkomstig de beschikkingen van 30 januari 2014 en 22 mei 2015 vast op een bedrag van € 8.299,69 inclusief BTW en brengt dat ten laste van de boedel;
draagt de griffier op de ontheffing van de vereffening in te schrijven in het boedelregister;
verleent verzoeker vrijstelling van griffierecht;
verstaat dat deze beschikking wordt bekendgemaakt door plaatsing op
www.rechtspraak.nl/uitsprakenen ontheft de vereffenaar van de wettelijke publicatieplicht.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Stegeman-Kragting, kantonrechter te
’s-Hertogenbosch en uitgesproken in het openbaar op 9 december 2015 in aanwezigheid van de griffier.