Op 11 maart 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 augustus 2015 in Heusden, gemeente Asten, als bestuurder van een landbouwtrekker met aanhangwagen een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een aanmerkelijke verkeersfout door met beperkt zicht naar rechts een voorrangskruising te naderen en daarbij geen voorrang te verlenen aan een van rechts komende personenauto. Dit resulteerde in een aanrijding waarbij de bestuurder van de personenauto, genaamd [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep, te weten een complexe breuk van de linker elleboog.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet voldoende heeft vergewist van de verkeerssituatie ter plaatse, terwijl zijn zicht ernstig werd belemmerd door een bedieningspaneel in de cabine van de landbouwtrekker. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen, wat heeft geleid tot het ongeval. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.
De officier van justitie had een taakstraf van 90 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden geëist. De rechtbank heeft echter besloten om een lagere taakstraf van 60 uren op te leggen, te vervangen door 30 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast is er een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij blijk heeft gegeven van inzicht in de ernst van zijn handelen.