Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
aangever [slachtoffer 1]d.d. 8 januari 2016 (p. 60 tot en met 64 van het einddossier).
verdachteter terechtzitting van 19 april 2016 (proces-verbaal terechtzitting 19 april 2016).
aangever [slachtoffer 5]d.d. 12 januari 2016 (p. 64 en 65 van het einddossier).
verdachteter terechtzitting van 19 april 2016 (proces-verbaal terechtzitting 19 april 2016).
aangever [slachtoffer 2]d.d. 12 januari 2016 (p. 66 tot en met 68 van het einddossier).
verdachteter terechtzitting van 19 april 2016 (proces-verbaal terechtzitting 19 april 2016).
aangever [slachtoffer 3]d.d. 15 januari 2016 (p. 70 tot en met 72 van het einddossier).
verdachteter terechtzitting van 19 april 2016 (proces-verbaal terechtzitting 19 april 2016).
aangever [slachtoffer 1]d.d. 19 januari 2016 (p. 74 tot en met 77 van het einddossier).
verdachteter terechtzitting van 19 april 2016 (proces-verbaal terechtzitting 19 april 2016).
aangever [slachtoffer 4]d.d. 23 januari 2016 (p. 78 tot en met 81 van het einddossier).
verdachteter terechtzitting van 19 april 2016 (proces-verbaal terechtzitting 19 april 2016).
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] (feit 3 primair).
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 3 primair).
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 4 primair).
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 6 primair).
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (feit 6 primair).
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
4 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan
9 maandenvoorwaardelijk, met een proeftijd van
2 jaren.