ECLI:NL:RBOBR:2016:2347

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
2 mei 2016
Publicatiedatum
10 mei 2016
Zaaknummer
C/01/305134/ EX RK 16/45
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van vereffenaar in nalatenschappen van erflater en erflaatster

Op 2 mei 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van ABN AMRO N.V. betreffende de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschappen van Nicolaas Johannes Maria Frencken en Wilhelmina Maria Theodora Hoppenbrouwers. Verzoekster, ABN AMRO N.V., heeft op 23 februari 2016 een verzoekschrift ingediend om een vereffenaar te benoemen, omdat de nalatenschappen niet worden beheerd en afgewikkeld door de erven. De erflater, geboren op 2 juni 1928, overleed op 2 februari 2014, en de erflaatster, geboren op 29 juli 1931, overleed op 20 oktober 2012. Verzoekster heeft een hypothecaire geldlening afgesloten met de erflater en stelt dat de erven tekortschieten in hun verplichtingen. De totale vordering van verzoekster bedraagt € 172.949,92 per 6 juli 2015.

Tijdens de zitting op 12 april 2016 is het verzoek behandeld. Verzoekster heeft aangetoond dat de nalatenschappen volgens het Burgerlijk Wetboek vereffend dienen te worden, maar dat er tot op heden geen vereffening heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erven in verzuim zijn en dat verzoekster belang heeft bij de benoeming van een vereffenaar om de nalatenschappen te vereffenen, inclusief de drie appartementsrechten die tot de nalatenschappen behoren.

De rechtbank heeft de voorgestelde vereffenaars, mr. B.J. Groenhuijzen en mr. M. van der Meulen, benoemd, omdat er geen verweer is gevoerd tegen hun benoeming en één van de erfgenamen akkoord is gegaan. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de benoeming dient digitaal bekendgemaakt te worden in de Staatscourant. De griffier is opgedragen om de benoeming in het boedelregister in te schrijven en te publiceren op rechtspraak.nl.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/305134/ EX RK 16/45
Beschikking van 2 mei 2016
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ABN AMRO N.V., gevestigd te Amsterdam
verzoekster,
advocaat mr. M. van der Meulen te ‘s-Hertogenbosch,

1.De procedure

1.1
Bij verzoekschrift van 23 februari 2016 heeft verzoekster de rechtbank verzocht om een vereffenaar te benoemen in de nalatenschappen van
Nicolaas Johannes Maria Frencken, geboren op 2 juni 1928 te Eindhoven, laatstelijk wonende te 5611 BZ Eindhoven, aan Stationsweg 106, overleden op 2 februari 2014, hierna te noemen ‘erlater’ en
Wilhelmina Maria Theodora Hoppenbrouwers, geboren op 29 juli 1931, laatstelijk wonende te 5611 KM Eindhoven, aan Paradijslaan 87, overleden op 20 oktober 2012, hierna te noemen ‘erflaatster’.
1.2
Het verzoekschrift is behandeld ter zitting van 12 april 2016, alwaar verzoekster bij gemachtigde is verschenen.

2.Het verzoek

2.1
Verzoekster voert aan dat zij een overeenkomst van hypothecaire geldlening heeft gesloten met de erflater. Bij notariële akte is door de erflater aan verzoekster het recht van eerste hypotheek verleend op drie appartementsrechten (het onderpand). Ten tijde van het vestigen van het hypotheekrecht was de erflater in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met de erflaatster. Het onderpand behoort voor de ene onverdeelde helft tot het nalatenschap van de erflater en voor de andere onverdeelde helft tot het nalatenschap van de erflaatster. Voor zowel de nalatenschap van de erflater als die van de erflaatster geldt dat deze niet wordt beheerd en afgewikkeld. Verzoekster geeft gemotiveerd aan dat de erven, die belast zijn met het beheer van de nalatenschap van de erflater en de erflaatster, in ernstige mate tekort schieten in de vervulling van hun verplichtingen. De erven zijn in verzuim met de voldoening van hetgeen waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt. De totale vordering van verzoekster per 6 juli 2015 bedraagt € 172.949,92.
2.2
Verzoekster geeft aan dat de nalatenschappen conform het bepaalde in boek 4 van het BW dienen te worden vereffend, maar er tot op heden geen vereffening heeft plaatsgevonden. Aangezien de nalatenschappen volgens verzoekster naar verwachting negatief zijn en verzoekster belang heeft bij (executoriale) verkoop van het onderpand en de eventueel daarin nog aanwezige roerende zaken, verzoekt zij de rechtbank om een vereffenaar te benoemen.
2.3
Verzoekster ziet zich om voornoemde redenen genoodzaakt de rechtbank te verzoeken een vereffenaar te benoemen en heeft daartoe bereid gevonden mr. B.J. Groenhuijzen en mr. M. van der Meulen, beiden advocaat en kantoorhoudende te 5241 AH Rosmalen, aan Edelweisstraat 5.

3.Beoordeling

3.1
Het toetsingskader van het verzoek van verzoekster is gelegen in artikel 4:203, eerste lid, onder b, van het BW en artikel 4:206 van het BW.
3.2
Verzoekster voert aan dat uit het boedelregister blijkt dat vijf erfgenamen van erflaatster de erfenis beneficiair hebben aanvaard. Volgens verzoekster zijn er mogelijk nog andere erfgenamen, die geen keuze hebben gemaakt. Op grond van artikel 4:192, vierde lid, van het BW worden erfgenamen die nog geen keuze hebben gemaakt geacht de nalatenschap beneficiair te hebben aanvaard, wanneer één of meer andere erfgenamen dat ook hebben gedaan. Alle erfgenamen zijn dan gezamenlijk vereffenaar.
3.3
Voor zover bij verzoekster bekend, heeft erflater uit zijn relatie met erflaatster vier kinderen gekregen. Het is verzoekster niet bekend of de erflater nog andere kinderen heeft. Drie van de vier kinderen zijn door de rechtbank deugdelijk opgeroepen, maar niet ter zitting op 12 april 2016 verschenen. Van één van de kinderen kan de woon- of verblijfplaats niet worden achterhaald. Eén van de drie opgeroepen kinderen heeft schriftelijk laten weten akkoord te gaan met de benoeming van een vereffenaar, zoals bepaald in het verzoekschrift. Van de andere kinderen heeft de rechtbank geen reactie ontvangen.
3.4
Verzoekster heeft voldoende aangetoond dat zij belang heeft bij benoeming van een vereffenaar teneinde de onderhavige nalatenschappen, waartoe drie appartementsrechten behoren, te vereffenen. Ook is komen vast te staan dat de tot de nalatenschappen geroepen erven de nalatenschappen niet beheren noch afwikkelen en in ernstige mate tekort schieten in de vervulling van hun verplichtingen.
3.6
Gelet op het voorafgaande en gelet op het feit dat er geen verweer is gevoerd tegen de voorgestelde vereffenaars en één van de erfgenamen akkoord is gegaan met de benoeming, acht de rechtbank het verzoek tot benoeming van de vereffenaars toewijsbaar.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1
benoemt:
mr. B.J. Groenhuijzen
geboren op 23 juni 1964 te Almelo
en
mr. M. van der Meulen
geboren op 28 september 1976 te Groningen
beiden kantoorhoudende te 5241 AH Rosmalen, aan Edelweisstraat 5,
gezamenlijk tot vereffenaar van de nalatenschappen van:
Nicolaas Johannes Maria Frencken,
geboren op 2 juni 1928 te Eindhoven,
laatstelijk wonende te 5611 BZ Eindhoven, aan Stationsweg 106,
overleden op 2 februari 2014,
en
Wilhelmina Maria Theodora Hoppenbrouwers
geboren op 29 juli 1931,
laatstelijk wonende te 5611 KM Eindhoven, aan Paradijslaan 87,
overleden op 20 oktober 2012.
4.2
ontheft de vereffenaar van de verplichting tot bekendmaking van de benoeming van de vereffenaar in een landelijk verspreid dagblad ingevolge het bepaalde in artikel 4:206 van het BW,
4.3
draagt de vereffenaar op de benoeming digitaal bekend te maken in de Staatscourant,
4.4
draagt de griffier op de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven en deze benoeming te publiceren op rechtspraak.nl,
4.5
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2016.