ECLI:NL:RBOBR:2016:3652

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 juli 2016
Publicatiedatum
11 juli 2016
Zaaknummer
C/01/310189 / KG ZA 16-385
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag en gerechtelijke bewaring van een paard in kort geding met betrekking tot deelname aan het Nationaal Kampioenschap Dressuur

In deze zaak, die op 11 juli 2016 door de Rechtbank Oost-Brabant werd behandeld, ging het om een kort geding tussen twee partijen die mede-eigenaar zijn van het paard Rubin Cartier. De eiseres in conventie, aangeduid als [eiseres 2], vorderde de opheffing van een beslag dat op 8 juli 2016 door de gedaagde, Altius Horses B.V., was gelegd. Dit beslag was ingesteld omdat het paard kreupel was en niet aan het Nationaal Kampioenschap Dressuur (NK) mocht deelnemen volgens het Algemeen Wedstrijdreglement 2016. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet wenselijk was dat het paard aan het NK deelnam, gezien de gezondheidstoestand van het paard en de slechte verhouding tussen de partijen. De voorzieningenrechter besloot dat het beslag en de gerechtelijke bewaring van het paard moesten worden gehandhaafd, en wees de vorderingen van [eiseres 2] af. Tevens werd [eiseres 2] veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Altius Horses B.V. op € 1.066,00 werden begroot. De reconventionele vorderingen van Altius Horses B.V. werden niet verder behandeld omdat de vorderingen in conventie waren afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/310189 / KG ZA 16-385
Vonnis in kort geding van 11 juli 2016
in de zaak van
[eiseres 1],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.A.J. Jansen te Amsterdam-Duivendrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALTIUS HORSES B.V.,
gevestigd te Heusden,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S.A. Wensing te Coevorden.
Partijen zullen hierna [eiseres 2] en Altius Horses B.V. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 juli 2016 met 9 producties,
  • de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie met 6 producties,
  • de brief van mr Jansen van 8 juli 2016 met prod. 10 t/m 13,
  • de mondelinge behandeling van 8 juli 2016
  • de pleitnota van Altius Horses B.V.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn mede-eigenaar van het paard Rubin Cartier (hierna: het paard). [eiseres 2] bereidt het paard, terwijl Altius Horses B.V. voor een aantal kosten opdraait. Zij zijn al sedert jaren in meerdere procedures verwikkeld. Thans is een verdelingsprocedure tussen hen aanhangig.
2.2.
[eiseres 2] heeft zich gekwalificeerd om met het paard deel te nemen aan het Nationaal Kampioenschap Dressuur (hierna: het NK) dat plaatsvindt van 13 t/m 17 juli 2016. Het Algemeen Wedstrijdreglement 2016 (hierna: het reglement) van de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie bepaalt in lid 1 onder 12 onder andere dat paarden die ziek zijn waaronder kreupelheid valt niet mogen worden uitgebracht op wedstrijden.
2.3.
In deze verdelingsprocdure heeft [eiseres 2] verwezen naar een taxatierapport van makelaar Valk. In dit rapport wordt aangegeven dat het paard op de harde weg, recht uit, niet helemaal zuiver leek te lopen en op de volte op het hard echt onregelmatig was. Tevens verwees zij naar een rapport van dierenarts L. Mosk waarin staat dat een zgn. buigproef positief was.
2.4.
Op 7 juli 2016 heeft Altius Horses B.V. met verlof van de voorzieningenrechter beslag tot afgifte op het paard gelegd en het paard in gerechtelijke bewaring genomen. Het paard bevindt zich thans op de paardenkliniek [naam] , waar het ook wordt getraind in opdracht van de bewaarder.
2.5.
In zijn brief van 8 juli 2016 aan mr Wensing schrijft dierenarts drs V.J.F. van Loon onder andere: “na werk : beiderzijds harde volte kreupel op binnenbeen (..)”.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiseres 2] vordert samengevat - de opheffing van het op 8 juli 2016 gelegde beslag alsmede van de gerechtelijke bewaring. Tevens vordert [eiseres 2] in de gelegenheid te worden gesteld het paard te trainen en met het paard deel te nemen aan het NK.
3.2.
Altius Horses B.V. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
Altius Horses B.V. vordert (voorwaardelijk) samengevat – verlof voor conservatoir beslag en gerechtelijke bewaring althans een verbod van [eiseres 2] het paard te berijden.
4.2.
[eiseres 2] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
Omdat van 13 t/m 17 juli 2016 het NK plaatsvindt, heeft [eiseres 2] spoedeisend belang bij haar vorderingen.
5.2.
Uit de eigen stellingen van [eiseres 2] in de verdelingsprocedure vloeit voort dat ook naar haar mening het paard (enigszins) kreupel is. Zulks blijkt ook uit de verklaring van dierenarts Van Loon van 8 juli 2016. Omdat dierenarts Van Loon het paard het meest recent heeft gezien, hecht de voorzieningenrechter doorslaggevende waarde aan deze verklaring. Dat het mogelijk minder gelukkig is dat dierenarts Van Loon het paard in het kader van het beslag tot afgifte en de gerechtelijke bewaring heeft kunnen zien doet niet af aan de inhoud van de verklaring. Omdat het paard (enigszins) kreupel is, lijkt het niet wenselijk dat het paard aan het NK deelneemt. Niet denkbeeldig is immers dat de gezondheid van het paard door deelname aan het NK (verder) zal verslechteren. Daarbij komt dat het paard volgens het reglement niet aan het NK zou mogen deelnemen. Ook het feit dat de verhouding van partijen zeer slecht is en zij elkaar niet vertrouwen, is een argument voor het feit dat het paard thans in opdracht van de bewaarder wordt getraind en niet (langer) door [eiseres 2] . Mede op grond van een belangenafweging van partijen – zij willen allebei dat het paard voor de hoogste prijs wordt verkocht – meent de voorzieningenrechter dat het beslag en de gerechtelijke bewaring dienen te worden gehandhaafd. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is het niet wenselijk dat [eiseres 2] het paard thans traint en deelneemt aan het NK. Ook de vorderingen die daarop zien, zullen evenals de overige vorderingen, worden afgewezen.
5.3.
[eiseres 2] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Altius Horses B.V. worden begroot op:
- griffierecht € 250,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.066,00

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Omdat de vorderingen in conventie worden afgewezen, is de voorwaarde waaronder de reconventie is ingesteld niet in vervulling gegaan zodat de reconventie geen (verdere) bespreking behoeft.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
wijst de vorderingen af,
7.2.
veroordeelt [eiseres 2] in de proceskosten, aan de zijde van Altius Horses B.V. tot op heden begroot op € 1.066,00,
7.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
7.4.
verstaat dat de reconventie niet in behandeling wordt genomen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2016.