Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 september 2015;
- akte wijziging c.q. vermeerdering van eis tevens houdende akte overlegging aanvullende producties;
- akte houdende overlegging productie aan de zijde van de Staat;
- akte houdende overlegging aanvullende producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 april 2016.
2.De feiten
- op basis van munitieruimrapporten van de EODD die zijn geraadpleegd blijkt dat enkele granaten in het gebied terecht gekomen zijn.
- In de periode van 1974 tot 1987 zijn CE aangetroffen op beide voormalige kazerneterreinen.
- Beide kazernes zijn intensief gebruikt voor oefendoeleinden. Op de Vughterheide is veelvuldig geoefend met 2 inch rookmortieren. In de periode van 1974 tot 1987 is spontaan één 2 inch rookgranaat aangetroffen.”
- de meldingen van door de EODD geruimde CE geraadpleegd moeten worden;
- het gebruik van soorten diverse CE binnen de defensiegronden nader moeten worden onderzocht.”
- de ligging van een voormalige schietbaan waar veelvuldig werd geoefend met o.a. 2 inch rookmortiergranaten en die de geleverde percelen overlapt niet is achterhaald;
- bombardementsgegevens 37/715 afkomstig uit de RAF logboeken, waaruit blijkt dat op 13 september 1944 een luchtaanval heeft plaatsgevonden waarbij twaalf luchtgronddoelraketten zijn verschoten die ter hoogte van de Isabellakazerne en dus binnen de geleverde percelen terecht zijn gekomen, niet is achterhaald;
- belangrijke luchtfoto’s die op 8 februari 1945 zijn genomen en waarop binnen de geleverde percelen duidelijk sporen van oorlogshandelingen zichtbaar zijn, zowel sporen van een bombardement en van een beschieting met luchtgronddoelraketten, niet zijn geraadpleegd.
- op basis van de literatuur ‘Vught in de Tweede Wereldoorlog’ blijkt dat op of nabij deze locatie de frontlinie heeft gelegen waar tevens stellingen van een Schotse divisie hebben gelegen;
- de beschikbare informatie over vindplaatsen tot 2005 en soorten aangetroffen CE zoals omschreven in munitieruimrapporten bevestigen dat de frontlinie over of op zeer korte afstand van de geleverde percelen heeft gelegen en sprake was van voormalige aanwezigheid van geallieerde eenheden. Er zijn immers op en in de directe omgeving van de geleverde percelen meerdere Britse en Amerikaanse CE aangetroffen, zonder dat er grootschalige grondroerende werkzaamheden werden uitgevoerd. Dit toont aan dat er duidelijk geen sprake was van toevallige vondsten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.160,00(2,0 punten × tarief € 2.580,00)