Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3] ,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is op 12 oktober 2016 een vonnis gewezen in het kader van een verzoek tot aanvulling van een eerder incidenteel vonnis van 17 augustus 2016. In dat eerdere vonnis had de rechtbank zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering van de eiseres, International Garden Components B.V. (IGC), tegen de gedaagde, Superstore Fek S.L., omdat alleen de Spaanse rechter bevoegd was. IGC was veroordeeld in de proceskosten van het incident en de hoofdzaak, maar de kostenveroordeling in de hoofdzaak was niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
IGC verzocht de rechtbank om de proceskostenveroordeling in de hoofdzaak alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, met de voorwaarde van zekerheidstelling. De rechtbank heeft het verzoek in behandeling genomen, maar op inhoudelijke gronden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat IGC onvoldoende had onderbouwd dat er een restitutierisico bestond, en dat de enkele omstandigheid dat Superstore in Spanje is gevestigd niet voldoende was om aan te nemen dat er een risico was voor IGC om het bedrag van de proceskosten niet terug te ontvangen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om het verzoek tot aanvulling van het vonnis van 17 augustus 2016 toe te wijzen, door de proceskostenveroordeling in de hoofdzaak alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, maar het verzoek om zekerheidstelling af te wijzen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.J.C. Adang.