In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 oktober 2016 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser] vorderde om het beslag op de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering gedeeltelijk op te heffen. De curator, MR. ROBBERT GERARD ROEFFEN, had op 21 april 2015 conservatoir beslag gelegd op de verzekering van de gefailleerde vennootschap Den Bosch Innovatie B.V. (DBI). [eiser], die 40% van de aandelen in DBI houdt via zijn holding, stelde dat het beslag zijn belangen onevenredig schaadt en dat hij een bedrag van € 176.235,00 nodig heeft voor zijn verweer in de aansprakelijkheidsprocedure en een strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank oordeelde dat er spoedeisend belang was bij de vorderingen van [eiser]. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het beslag op de verzekering gedeeltelijk opgeheven moet worden, waarbij een bedrag van € 35.000,00 voor de kosten van verweer in de aansprakelijkheidsprocedure en € 10.000,00 voor het strafrechtelijk onderzoek werd vrijgegeven. De curator had eerder al een bedrag van € 90.000,00 vrijgegeven, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit niet voldoende was voor de kosten van verweer. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E. Loesberg.