Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 25 oktober 2016.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een notaris in verband met het tenietgaan van een hypotheek. Eisers, de erfgenamen van de overleden [erflater], hebben de notaris aangesproken omdat deze de hypotheek niet had doorgehaald, ondanks dat er een volmacht was verleend. De hypotheek was eerder door eisers opgezegd, maar de notaris heeft deze later alsnog doorgehaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de hypotheek niet door de doorhaling teniet is gegaan, maar door de eerdere opzegging door eisers. De eisers vorderden schadevergoeding, maar de rechtbank oordeelde dat de notaris niet onrechtmatig had gehandeld, omdat de hypotheek door de opzegging was beëindigd. De rechtbank wees de vordering van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de juridische nuances rondom de beëindiging van hypotheekrechten en de verantwoordelijkheden van notarissen in dergelijke situaties.