Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 augustus 2016
- de akte van Dima
- de antwoordakte van de gemeente.
2.De verdere beoordeling
12.000,00(6,0 punten × tarief € 2.000,00)
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele procedure heeft DIMA NEDERLAND B.V. (hierna: Dima) de gemeente Waalre (hierna: de gemeente) aangeklaagd voor schadevergoeding en proceskosten. De zaak betreft een geschil over de vergoeding van juridische kosten die Dima heeft gemaakt in verband met een bezwaar- en beroepsprocedure, evenals een civiele procedure. Dima heeft in totaal € 44.776,00 aan juridische kosten opgevoerd, die volgens haar uitsluitend betrekking hebben op de onderhavige zaak. De gemeente heeft echter betwist dat deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen en heeft een overzicht van haar eigen advocaatkosten gepresenteerd, die zij als niet onderbouwd beschouwt.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 14 december 2016 geoordeeld dat een bedrag van € 16.064,43 niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking komt, waardoor het toewijsbare bedrag voor Dima op € 28.711,57 komt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is, aangezien er geen sprake is van een handelsovereenkomst. In plaats daarvan is de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, 6 juli 2012.
De rechtbank heeft de gemeente veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 239.158,03 aan Dima, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Dima begroot op € 15.697,17. De gemeente is als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.E.M. Effting-Zeguers.