Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2015 tot en met 20 april 2015 te Uden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de uitoefening van beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het perceel [adres 1] ) een grote hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 4305 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 maart 2015 tot en met 20 april 2015 te Uden (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed,(telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
De formele voorvragen.
Bewijs.
“In maart 2015 werd ik in kennis gesteld (..) dat er bij een netstation (..) een zeer hoge belasting was geconstateerd. Dit netstation (..) staat op de hoek van de [straat] met de [adres 1] in Uden. De belasting van dit station zou eigenlijk maximaal 100 ampère mogen bedragen. Geconstateerd werd dat deze waarde ver werd overschreden (..) Door de afdeling Storing en Onderhoud werd een netmeting uitgezet van 16 maart 2015 tot en met 23 maart 2015. (..) Ik heb daarop opnieuw een netmeting uitgezet vanaf 2 april 2015 tot en met 10 april 2015. Uit het resultaat bleek mij, dat er opnieuw sprake was van zeer hoge piekbelastingen tot omstreeks 150 Ampère. Verder bleek mij, dat gezien het specifieke 12-uurs schakelpatroon er hier zeer waarschijnlijk sprake was van een grote hennepkwekerij. (..) Op de gemeten netwerkkabel waren slechts een klein aantal percelen aangesloten, allen gelegen aan de [adres 1] en genummerd van 1 tot en met 7. (..) Gezien de vermoedelijke grootte van de hennepkwekerij, dacht ik zelf dat het pand gelegen aan de [adres 1] te [gemeente] het meest in aanmerking zou komen. Dit is een vervallen leegstaande boerderij met daarachter drie oude varkensstallen. (..) Op 9 april 2015 is het adres [adres 1] te [gemeente] omstreeks 08.00 uur bezocht door een monteur [betrokkene 1] . (..) Omdat het een leegstaand pand betreft had [betrokkene 1] daarvoor een dag eerder op 8 april 2015 omstreeks 08.48 uur gebeld met [betrokkene 2] (..) om een afspraak te maken. [betrokkene 2] verklaarde dat hij die dag 8 april 2015 niet in de gelegenheid was om naar de [adres 1] te komen voor de controle, derhalve werd de afspraak gemaakt voor 9 april 2015. (..) Uit de grafiek van de netmeting van 2 tot en met 10 april 2015 blijkt dat de hennepkwekerij zeer waarschijnlijk is afgeschakeld tijdens de geplande controle door onze monteur op 9 april 2015.”[bron 1, p. 269-270]
aanwezigheeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gesuggereerde betrokkenheid van de controleur bij de hennepkwekerij niet meer is dan een op generlei wijze aannemelijk gemaakte slag in de lucht.
telenvan de hennepplanten acht de rechtbank in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen evenwel onvoldoende bewijs voorhanden.
Vrijspraak (feit 2).
De bewezenverklaring.
in de periode van 16 maart 2015 tot en met 20 april 2015 te Uden, opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het perceel [adres 1] ) een grote hoeveelheid van in totaal ongeveer 4305 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;