Indien zou komen vast te staan dat een beroep op artikel 1:88 en 1:89 BW voor de echtgenote van [eiser] mogelijk is, heeft Gillion gesteld dat in dit geval, gelet op het vijfde lid van artikel 1:88 BW, haar toestemming niet vereist was omdat [eiser] bestuurder van Domaine is en omdat Domaine handelde in de normale uitoefening van haar bedrijf.
Dat [eiser] bestuurder is van Domaine en (indirect) enig aandeelhouder staat vast. In die zin is voldaan aan de in lid 5 van artikel 1:88 BW genoemde voorwaarden.
[eiser] heeft echter aangevoerd dat de borgstelling in privé niet plaats vond in het kader van de normale uitoefening van het bedrijf van Domaine.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad met betrekking tot dit artikel (zie onder meer HR 8 juli 2005, LJN AT2632) blijkt dat de toestemming van de andere echtgenoot alleen dan niet is vereist, indien de rechtshandeling waarvoor de borgtocht is verstrekt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf is verricht. Het is dus niet nodig dat het aangaan van de borgtocht tot de normale uitoefening van het bedrijf behoort. Wel kunnen de omstandigheden waaronder de borgstelling tot stand is gekomen van belang zijn voor het antwoord op de vraag of de rechtshandeling waarvoor de borgtocht is verstrekt behoort tot de rechtshandelingen die in de normale uitoefening van het bedrijf plegen te worden verricht.
De stellingen van [eiser] , dat Domaine zich ten tijde van het tot stand komen van de aanvullende overeenkomst en de garantieverklaring in een van Gillion afhankelijke positie bevond, terwijl Gillion het project stil had gelegd, heeft Gillion niet weersproken. Niet onaannemelijk is dat deze omstandigheden een rol speelden bij de totstandkoming van de aanvullende overeenkomst en de garantieverklaring/borgstelling.
Gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad, acht de voorzieningenrechter het niet ondenkbaar dat de bodemrechter, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de borgstelling tot stand is gekomen, van oordeel is dat het ondertekenen door [eiser] in privé van de aanvullende overeenkomst en de garantieverklaring niet geschiedde in het kader van de normale uitoefening van het bedrijf van Domaine, zodat een beroep door Gillion op artikel 1:88 lid 5 BW niet slaagt en de buitengerechtelijke vernietiging door de echtgenote van [eiser] van de borgstelling van [eiser] in privé het door haar gewenste effect sorteert. Dit zou met zich meebrengen dat de grondslag aan de door Gillion gelegde conservatoire beslagen komt te ontvallen.