In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en drie gedaagden, waaronder ADDAPT, Stekelenburg en Driessen. De eiser, die tot 1 augustus 2015 een autoschadeherstelbedrijf exploiteerde, heeft ADDAPT aansprakelijk gesteld voor schade die hij heeft geleden na een brand in het bedrijfspand waarin hij en ADDAPT gevestigd waren. De eiser vorderde een afschrift van het onderzoeksrapport dat door Stekelenburg was opgesteld in opdracht van Driessen, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen.
De rechtbank overweegt dat de eiser geen rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van het afschrift van de bescheiden, omdat uit zijn eigen stellingen blijkt dat ADDAPT geen betrokkenheid heeft gehad bij de totstandkoming van het onderzoeksrapport. Bovendien is er geen bewijsbeslag gelegd onder ADDAPT. De rechtbank concludeert dat de vordering van de eiser niet kan worden toegewezen, omdat het enkel een poging lijkt om informatie te verkrijgen die mogelijk relevant is voor een toekomstige aansprakelijkheidsprocedure tegen ADDAPT.
De rechtbank heeft de eiser als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van ADDAPT zijn begroot op € 1.523,00. De kosten aan de zijde van Stekelenburg en Driessen zijn begroot op nihil. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.