ECLI:NL:RBOBR:2017:3071
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving met ontoerekeningsvatbaarheid en psychiatrische maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 2 juni 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving. De verdachte, geboren in Bydgoszcz in 1969 en thans gedetineerd in Vught PPC, heeft op 5 september 2016 in een stadspark in Eindhoven geprobeerd een kind, [slachtoffer], van de vrijheid te beroven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren in de richting van het kind is gerend en geprobeerd heeft het kind uit de armen van getuigen te trekken. De zaak is behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank op basis van getuigenverklaringen en deskundigenrapporten heeft moeten oordelen over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte ten tijde van het delict in een psychotische toestand verkeerde, veroorzaakt door een ziekelijke stoornis in de vorm van alcoholafhankelijkheid. Hierdoor was de verdachte niet in staat om zijn handelen te begrijpen of te controleren. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en heeft hem geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar, op basis van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de rapportages van de psychiater en psycholoog, die beiden concludeerden dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was tijdens het delict.