Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Cleanergy B.V., te Wanroij, vergunninghoudster.
Procesverloop
Overwegingen
Op 6 maart 2012 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (verder: GS) aan Cleanergy een oprichtingsvergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor het vergisten van een mengsel van dierlijke meststoffen en cosubstraten. Deze is gewijzigd bij besluit van 4 februari 2013. In het besluit van 4 februari 2013 is de vergunning voor de eerder vergunde uitbreidingen ingetrokken en is de capaciteit van de inrichting tot 36.000 ton per jaar aan dierlijke mest en cosubstraten beperkt. Verder zijn gewijzigde voorschriften verbonden aan de milieuvergunning van 6 maart 2012. Tot de inrichting, zoals deze in werking is na de gedeeltelijke intrekking en wijziging van de vergunning, behoort geen IPPC-installatie. De gewijzigde vergunning is onherroepelijk sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: Afdeling) van 19 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:555).
Beslissing
mr. A.G.M. Willems, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2017.