ECLI:NL:RBOBR:2017:3363
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.J. Sangers- de Jong
- J.H.P.G. Wielders
- A.C. Palmboom
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van het telen, bereiden, bewerken of verwerken van hennep of medeplichtigheid aan deze feiten
Op 20 juni 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het telen, bereiden, bewerken of verwerken van hennep, alsook medeplichtigheid aan deze feiten. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 4 mei 2017, en de rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 6 juni 2017 gehouden. De verdachte werd verweten in de periode van 18 april 2015 tot en met 28 juni 2015 in Wijchen, opzettelijk een grote hoeveelheid hennepplanten te hebben geteeld en/of aanwezig te hebben gehad in een loods.
De officier van justitie achtte het subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging van de verdachte pleitte voor vrijspraak. De raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor het exacte tijdstip of de periode waarin de verdachte in de kwekerij aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Er waren twijfels over de tijdstippen en de plaats van het delict, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte vrijgesproken moest worden.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte het aan haar ten laste gelegde feit had gepleegd. De verdachte is dan ook vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. C.J. Sangers- de Jong, en de leden mr. J.H.P.G. Wielders en mr. A.C. Palmboom, in aanwezigheid van griffier mr. K. Sarghandoy.