Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juli 2017 met producties en nagezonden producties;
- de producties ten behoeve van de mondelinge behandeling van ECP;
2.De feiten
“De overeengekomen arbeidsduur bedraagt 32 uur per week. Het aantal overeengekomen uren worden gespreid ingeroosterd over de 6 productiedagen per week.”
“Indien er in het verband met het werken op zondag of het verrichten van overwerk recht bestaat op compensatie in tijd, zal de Vennootschap, na overleg met u, aanwijzen wanneer de compensatie in tijd kan worden opgenomen.”
“Het aanvangssalaris bedraagt € 10,15 bruto per uur in functiegroep A, exclusief 8% vakantietoeslag. De betaling van het salaris zal geschieden per 4 weken, onder aftrek van de wettelijke verplichte en overeengekomen inhoudingen, na afloop van de betaalperiode.”
“U heeft aanspraak op een vakantietoeslag van acht procent (8%) van het bruto salaris, uit te keren in de maand mei van ieder jaar.”
“Op deze arbeidsovereenkomst zijn de bepalingen van de telkens geldende CAO voor het Bakkersbedrijf van toepassing. De werknemer verklaart met de inhoud hiervan, voor zover van toepassing op de werknemer, akkoord te gaan.”
Artikel 1.1: Loonbestanddelen
3.Het geschil
4.De beoordeling
na overleg met de werknemerdeze vergoeding geheel of gedeeltelijk verlenen in de vorm van vrije tijd. De werkgever is verplicht die vrije tijd te verlenen uiterlijk in de periode volgend op die waarin de overuren zijn gemaakt. Van laatstgenoemde verplichting is in artikel 2.2.2 van de individuele arbeidsovereenkomst afgeweken in die zin dat de werkgever zal aanwijzen wanneer de compensatie in tijd kan worden opgenomen.
1.386,49+
1.603,91+
1.295,36 bruto-