Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 augustus 2017 met 2 producties;
- het herstelexploit van 25 augustus 2017;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst c.q. voeging van [eiser incident] en Europa Leasing B.V. met 8 producties;
- de brief van mr. Tak van 7 september 2017 met 2 producties;
- de brief van [gedaagde hoofdzaak] van 7 september 2017 met 3 producties;
- het faxbericht van [gedaagde hoofdzaak] van 8 september 2017, ingekomen ter griffie te 9.54 uur met producties 4 tot en met 22;
- het faxbericht van [gedaagde hoofdzaak] van 8 september 2017, ingekomen ter griffie te 12.53 uur te met producties 23 tot en met 25;
- het faxbericht van [gedaagde hoofdzaak] van 11 september 2017, ingekomen ter griffie te 8.55 uur te met productie 26;
- de mondelinge behandeling op 11 september 2017 te 14.00 uur;
- de pleitnota van [eiser hoofdzaak] met daarin opgenomen de wijziging van eis;
- de pleitnota/conclusie van antwoord in de hoofdzaak en in het incident van [gedaagde hoofdzaak] ;
- de pleitaantekeningen van [eiser incident] .
2.Het geschil
In de hoofdzaak
“Hierbij verklaart ondergetekende, [gedaagde hoofdzaak] , advocaat te [woonplaats] , dat de heren [eiser hoofdzaak] en [naam] en [eiser incident] op of omstreeks 20 juli 2016 een document met een tekst gelijkluidend aan de tekst in dit document op mijn kantoor hebben ondertekend en ik niet meer in het bezit ben van het originele document”, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) voor ieder(e) dag(deel) dat [gedaagde hoofdzaak] in gebreke blijft om aan dit bevel te voldoen met veroordeling van [gedaagde hoofdzaak] on de kosten van deze procedure.
3.De beoordeling in de hoofdzaak en in het incident
In de hoofdzaak
816,00