3.1.De vrouw vordert na vermindering van haar eis, kort gezegd, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. een voorlopige regeling vast te stellen, te weten:
a. een co-ouderschap, waarbij [het kind] bij de vrouw zal verblijven en opvolgend 3,5 dag bij de man zal verblijven,
b. dat het hoofdverblijf van [het kind] bij de vrouw wordt bepaald,
op straffe van een dwangsom van € 500,-- per keer dat de man weigert hieraan te voldoen,
2. veroordeling van de man in de buitengerechtelijke kosten ad eigen bijdrage € 143,--, alsmede de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente over die kosten, voor zover deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zijn voldaan, alsmede de nakosten van € 205,-- zonder betekening en € 273,-- met betekening,
3, veroordeling van de man tot betaling van de - nader te specificeren - daadwerkelijke kosten van rechtsbijstand.