In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 september 2017 uitspraak gedaan in een alimentatiekwestie tussen een man en een vrouw. De man had verzocht om beëindiging van de alimentatieverplichting, stellende dat de vrouw samenwoonde met een ander, [X], als ware zij gehuwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en [X] met ingang van 1 augustus 2015 zijn gaan samenleven, wat betekent dat de alimentatieverplichting van de man per die datum van rechtswege is geëindigd. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde partneralimentatie van € 19.131,80 aan de man, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast heeft de rechtbank de vrouw veroordeeld tot betaling van € 24.886,68 aan de man voor de kosten van een rechercheonderzoek, dat was ingeschakeld om de samenwoning te verifiëren. De rechtbank oordeelde dat de vrouw onrechtmatig had gehandeld door de man niet tijdig te informeren over haar samenwoning, wat gevolgen had voor haar recht op alimentatie. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.